Regeling politiehonden
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 18-03-2017. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
02-03-2017, Stcrt. 2017, 13163 (uitgifte: 17-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-03-2017, terugwerkend tot: 01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-03-2017, Stcrt. 2017, 13163 (uitgifte: 17-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
Politierecht / Kwaliteitszorg
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
aanhoudings- en ondersteuningsteam: een team als bedoeld in artikel 11, onder a, van het Besluit beheer politie;
- b.
ambtenaar van politie: ambtenaar als bedoeld in artikel 24, eerste en tweede lid, van het Besluit bewapening en uitrusting politie;
- c.
AOT-hond: hond als bedoeld in artikel 23, onder b, van het Besluit bewapening en uitrusting politie;
- d.
explosieven: door de minister aangewezen springstoffen;
- e.
geleider: ambtenaar van politie die toestemming heeft van de korpschef om dienst te doen met een politiespeurhond, politiesurveillancehond of AOT-hond;
- f.
keuringsreglement: als bijlage opgenomen reglement op grond waarvan keuringen plaatsvinden;
- g.
minister: Minister van Veiligheid en Justitie;
- h.
politiespeurhond: hond als bedoeld in artikel 23, onder c, van het Besluit bewapening en uitrusting politie;
- i.
politiesurveillancehond: hond als bedoeld in artikel 23, onder a, van het Besluit bewapening en uitrusting politie;
- j.