Rb. Groningen, 17-05-2006, nr. 27612/05-11876
ECLI:NL:RBGRO:2006:AY6081
- Instantie
Rechtbank Groningen
- Datum
17-05-2006
- Zaaknummer
27612/05-11876
- LJN
AY6081
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGRO:2006:AY6081, Uitspraak, Rechtbank Groningen, 17‑05‑2006; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 17‑05‑2006
Inhoudsindicatie
Internetabonnement op proef omgezet in definitief abonnement als gevolg van niet voorafgaande opzegging. Aanbieder LIS BV heeft niet voldaan aan op haar rustende informatieplicht van artikel 6:227 b en c BW, zodat gedaagde zich gerechtvaardigd kan beroepen op de vernietigbaarheid van de overeenkomst.
Partij(en)
RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 276218/05-11876
Vonnis d.d. 17 mei 2006
inzake
de besloten vennootschap LIS B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Emmen,
eiseres, hierna LIS, gemachtigde mr. G.F.M.G. Huetink, advocaat te Apeldoorn
tegen
[gedaagde], wonende te Groningen, gedaagde, hierna [gedaagde],
gemachtigde W.E. van Bentem, rechtskundig adviseur te Garrelsweer.
PROCESGANG
Bij dagvaarding heeft LIS B.V. gevorderd [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 342,77, vermeerderd met rente en proceskosten. [gedaagde] heeft de vordering bestreden, waarna partijen hebben gere- en gedupliceerd.
Hierna is vonnis bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
- 1.
LIS legt - kort weergegeven - aan haar vordering het volgende ten grondslag.
LIS exploiteert meerdere websites, die de mogelijkheid bieden tot het afsluiten via internet van diverse abonnementen. [gedaagde] heeft zich op 11 juli 2004 via internet bij haar aangemeld voor een proef- abonnement (Try-out membership), dat binnen tien dagen kon worden opgezegd. [gedaagde] heeft van deze opzegging geen gebruik gemaakt, zodat het proefabonnement conform de van toepassing zijnde voorwaarden is omgezet in een definitief abonnement (Gold membership). Van voormelde voorwaarden heeft [gedaagde] kennis kunnen nemen via de website. [gedaagde] heeft zich met het aanmelden voor een proefabonnement akkoord verklaard met de inhoud van de voorwaarden. [gedaagde] heeft hierop een bevstigingsbrief met gebruikersnaam ontvangen, waarmee een wachtwoord is aangevraagd en vervolgens toegang tot het membersgedeelte is verkregen. Met betrekking tot het definitieve abonnement heeft [gedaagde] een bedrag van 167,45 (incl. € 17,50 aanmaningskosten en BTW) onbetaald gelaten. Op grond hiervan is zij genoodzaakt geweest de vordering ter incasso uit handen te geven. Uit hoofde van de voorwaarden maakt zij tevens aanspraak op rente ad € 50,32 en buitengerechtelijke kosten ad € 125,00. Aldus berekend bedraagt de vordering € 342,77.
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] heeft LIS, onder overlegging van stukken, uiteengezet op welke wijze het abonnement totstandgekomen is.
- 2.
Het verweer van [gedaagde] komt – voor zover van belang - op het volgende neer.
[gedaagde] is bij het afsluiten van het gratis proefabonnement niet gewezen op de gevolgen in geval hij deze niet binnen 10 dagen zou opzeggen. Hiermee heef LIS de informatieplicht van artikel 6:227b en c BW geschonden, als gevolg waarvan [gedaagde] zich beroept op de vernietigbaarheid van de overeenkomst. Daarnaast heeft [gedaagde] de overeenkomst met LIS op 12 oktober 2004 opgezegd, welke aldus binnen de ontbindingstermijn van 3 maanden van artikel 7:46d BW is geschied en er voldaan is aan de voorwaarden van artikel 7:46c BW.
Beoordeling
- 3.
Tussen partijen is niet in geschil dat LIS zich baseert op een overeenkomst met [gedaagde], die in elk geval niet eerder dan 11 juli 2004 tot stand is gekomen, op welke datum [gedaagde] zich namelijk heeft aangemeld voor een proefabonnement op de door LIS geleverde diensten. Aangezien artikel 6:227b en c op 30 juni 2004 in werking zijn getreden, staat er naar het oordeel van de kantonrechter niets aan in de weg om de betreffende overeenkomst aan deze gecodificeerde Europese richtlijn inzake elektronische handel (2000/31 EG) te toetsen.
- 4.
Artikel 6:227b lid 1 BW bepaalt dat de dienstverlener voordat de overeenkomst langs elektronische weg tot stand komt op duidelijke, begrijpelijke en ondubbelzinnige wijze informatie dient te verstrekken aan de wederpartij over ten minste:
- a.
de wijze waarop de overeenkomst tot stand zal komen en in het bijzonder welke handelingen daarvoor nodig zijn;
- b.
het al dan niet archiveren van de overeenkomst nadat deze tot stand gekomen zal zijn, alsmede, indien de overeenkomst wordt gearchiveerd, op welke wijze deze voor de wederpartij te raadplegen zal zijn;
- c.
de wijze waarop de wederpartij van door hem niet gewilde handelingen op de hoogte kan geraken, alsmede de wijze waarop hij deze kan herstellen voordat de overeenkomst tot stand komt;
- d.
de talen waarin de overeenkomst kan worden gesloten;
- e.
de gedragscodes waaraan de dienstverlener zich heeft onderworpen en de wijze waarop deze gedragscodes voor de wederpartij langs elektronische weg te raadplegen zijn.
- 5.
Naar het oordeel van de kantonrechter is door LIS gesteld noch anderszins gebleken dat zij heeft voldaan aan de hiervoor genoemde dwingend voorgeschreven verplichtingen van artikel 6:227b lid 1. Zij stelt weliswaar dat [gedaagde] tijdens zijn aanmelding meerdere malen is gewezen op het feit dat het abonnement zonder opzegging over gaat in een betaald abonnement (Goldmembership) en waarvan de kosten staan vermeld op het aanvraagscherm, maar tevens had van LIS mogen worden verwacht dat zij in de bevestigingsbrief één en ander nog eens helder op een rijtje had gezet. Dit geldt in het bijzonder voor het moment van aanvang en einde van de proefperiode, hetgeen nauw luistert nu deze slechts tien dagen bedraagt en na ommekomst waarvan [gedaagde] voor de duur van drie maanden vast zat aan het Goldmembership tegen een prijs van € 149,95. LIS heeft dit nagelaten, zodat zij niet heeft voldaan aan de verplichting op dit punt duidelijke, begrijpelijke en ondubbelzinnige informatie te verstrekken zoals artikel 6:227b voorschrijft.
- 6.
Ook overigens is gesteld noch gebleken dat LIS heeft voldaan aan de hiervoor onder a tot en met e genoemde informatieverplichtingen van artikel 6:227b BW. [gedaagde] heeft zich daarom op grond van lid 4 van dit artikel gerechtvaardigd op de vernietigbaarheid van de overeenkomst kunnen beroepen. Aldus bestaat er voor hem geen betalingsverplichting jegens LIS. Nog afgezien van de overige verweren van [gedaagde], zulllen de vorderingen van LIS reeds hierom worden afgewezen.
- 7.
LIS zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van het geding.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vorderingen van LIS af;
veroordeelt LIS in de kosten van het geding aan de zijde van [gedaagde], tot op heden begroot op € 120,-- aan salaris van diens gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.R. van Baak-Klijnsma, kantonrechter, en op 17 mei 2006 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
js