RvdW 2018/1294
Arbeidsrecht. Is ontbinding arbeidsovereenkomst op voet van art. 7:669 lid 3 onder g BW (ernstig verstoorde arbeidsverhouding) mogelijk wanneer ontbinding op voet van art. 7:669 lid 3 onder d BW (disfunctioneren) wordt afgewezen omdat werknemer onvoldoende gelegenheid heeft gekregen zich te verbeteren?; maatstaf art. 7:699 lid 3 onder g BW; verwijtbaarheid werkgever. Billijke vergoeding op van voet art. 7:671b lid 8 onder c BW (ernstig verwijtbaar handelen werkgever); omvang; gezichtspunten HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle); motivering.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00373
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2218, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1029, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2018
- Wetingang
Art. 7:669, 7:671, 7:681 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Is ontbinding arbeidsovereenkomst op voet van art. 7:669 lid 3 onder g BW (ernstig verstoorde arbeidsverhouding) mogelijk wanneer ontbinding op voet van art. 7:669 lid 3 onder d BW (disfunctioneren) wordt afgewezen omdat werknemer onvoldoende gelegenheid heeft gekregen zich te verbeteren?; maatstaf art. 7:699 lid 3 onder g BW; verwijtbaarheid werkgever. Billijke vergoeding op van voet art. 7:671b lid 8 onder c BW (ernstig verwijtbaar handelen werkgever); omvang; gezichtspunten HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle); motivering.
Ook wanneer de werkgever een werknemer die volgens de werkgever ongeschikt is tot het ...