Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/1163
Invordering. Doorlenersaansprakelijkheid; art. 34 Invorderingswet 1990 (tekst tot 1 dec. 2002); toezicht doorlener vereist?; Bekendmaking beschikking aansprakelijkheidstelling. Bewijsoordeel. Beroep op matiging. Verklaring voor recht m.b.t. verschuldigde invorderingsrente mogelijk?
HR 08-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN9780
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 oktober 2010
- Magistraten
Mrs. D.G. van Vliet, P. Lourens, C.B. Bavinck, A.H.T. Heisterkamp, M.W.C. Feteris
- Zaaknummer
08/03331
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BN9780
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Loonbelasting / Inhoudingsplichtige
Bestuursprocesrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN9780, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN9780, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑04‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑06‑2008
- Wetingang
Essentie
Invordering. Doorlenersaansprakelijkheid; art. 34 Invorderingswet 1990 (tekst tot 1 dec. 2002); toezicht doorlener vereist?; Bekendmaking beschikking aansprakelijkheidstelling. Bewijsoordeel. Beroep op matiging. Verklaring voor recht m.b.t. verschuldigde invorderingsrente mogelijk?
De bekendmaking van een beschikking tot aansprakelijkheidstelling op de voet van art. 34 van de Invorderingswet 1990 (tekst tot 1 december 2002) is rechtsgeldig, indien zij overeenkomstig art. 49 lid 2 Iw 1990, zoals destijds geldend, aangetekend en naar het juiste adres is verzonden. De omstandigheid dat de Ontvanger de beschikking onbestelbaar retour ontvangt, zonder dat de geadresseerde een verwijt kan worden gemaakt van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.