Einde inhoudsopgave
Reglement van het Europees Parlement
Artikel 144 Debatten over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat
Geldend
Geldend vanaf 02-07-2019
- Redactionele toelichting
De cursieve teksten zijn interpretaties (zie art. 236, lid 5). De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2019, PbEU 2019, L 302 (uitgifte: 22-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
1.
Een commissie, een interparlementaire delegatie, een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken, kunnen de Voorzitter schriftelijk verzoeken over een dringend geval van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat een debat te houden.
2.
De Conferentie van voorzitters stelt, op basis van de in lid 1 bedoelde verzoeken en overeenkomstig de bepalingen in bijlage IV, een lijst van onderwerpen voor de definitieve ontwerpagenda op met het oog op het eerstvolgende debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat. Er mogen in totaal niet meer dan drie onderwerpen of rubrieken op de agenda worden ingeschreven.
Overeenkomstig de bepalingen van artikel 158 kan het Parlement besluiten een voor het debat op genoemde lijst opgenomen onderwerp te schrappen en te vervangen door een niet opgenomen onderwerp. Ontwerpresoluties over de gekozen onderwerpen kunnen uiterlijk op de avond van de dag van aanneming van de agenda worden ingediend door een commissie, een fractie of leden die ten minste de lage drempel bereiken. De Voorzitter stelt de precieze termijn voor de indiening van dergelijke ontwerpresoluties vast.
3.
In het licht van een totale duur van ten hoogste zestig minuten per vergaderperiode voor deze debatten, wordt de totale spreektijd voor de fracties en de niet-fractiegebonden leden overeenkomstig artikel 171, leden 4 en 5, verdeeld.
De spreektijd die overblijft nadat de voor de toelichting van de ontwerpresoluties benodigde tijd en de eventueel voor de Commissie en de Raad overeengekomen spreektijd is afgetrokken, wordt over de fracties en de niet-fractiegebonden leden verdeeld.
4.
Aan het einde van het debat wordt onmiddellijk gestemd. Artikel 194 betreffende stemverklaringen vindt daarbij geen toepassing.
Stemmingen die overeenkomstig dit artikel plaatsvinden, kunnen onder de verantwoordelijkheid van de Voorzitter en de Conferentie van voorzitters worden gebundeld.
5.
6.
De Voorzitter en de fractievoorzitters kunnen besluiten dat zonder debat over een ontwerpresolutie moet worden gestemd. Voor een dergelijk besluit is eenstemmigheid van alle fractievoorzitters vereist.
De artikelen 197 en 198 zijn niet van toepassing op ontwerpresoluties die ingeschreven staan op de agenda voor een debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat.
De ontwerpresoluties voor een debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat worden pas ingediend nadat de lijst van onderwerpen is aangenomen. Ontwerpresoluties die niet in het voor dit debat uitgetrokken tijdsbestek kunnen worden behandeld, komen te vervallen. Hetzelfde geldt voor de ontwerpresoluties ten aanzien waarvan ingevolge een verzoek overeenkomstig artikel 178, lid 3, werd vastgesteld dat het quorum niet was bereikt. De indieners hebben het recht deze ontwerpresoluties opnieuw in te dienen om overeenkomstig artikel 143 voor behandeling naar een commissie te worden verwezen dan wel om op de agenda voor het debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat van de volgende vergaderperiode te worden ingeschreven.
Een onderwerp kan niet worden ingeschreven op de agenda van het debat over gevallen van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat indien het reeds op de agenda van die vergaderperiode staat.
Het Reglement voorziet niet in de mogelijkheid om een overeenkomstig lid 2, tweede alinea, ingediende ontwerpresolutie en een commissieverslag over hetzelfde onderwerp, gecombineerd te behandelen.
Wanneer overeenkomstig artikel 178, lid 3, om vaststelling van het quorum wordt verzocht, geldt dat verzoek slechts voor de in stemming te brengen ontwerpresolutie en niet voor de volgende ontwerpresoluties.