Rb. Noord-Holland, 21-01-2019, nr. 15/130023-18
ECLI:NL:RBNHO:2019:402
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
21-01-2019
- Zaaknummer
15/130023-18
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2019:402, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 21‑01‑2019; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 21‑01‑2019
Inhoudsindicatie
Zaak 1: Op 18 augustus 2017 is een opsporingsonderzoek gestart. Het opsporingsonderzoek had betrekking op Wehkamp-fraude, waarbij op betrekkelijk grote schaal, na het verkrijgen van wachtwoorden via phishing, wederrechtelijk is ingelogd op e-mailaccounts van particulieren. De slachtoffers hadden een account bij webshops waarvoor ze hetzelfde wachtwoord gebruikten als op het e-mailaccount. Ook op hun account bij deze webshops is vervolgens wederrechtelijk ingelogd, waarna goederen werden besteld die daarop werden afgehaald bij een afhaalpunt. Deze opgehaalde goederen zijn hierna verkocht. Zaak 2: Op 25 juni 2018 is nog een opsporingsonderzoek gestart. Het opsporingsonderzoek was gericht op zogenoemde 1 eurocent-fraude via de website van Marktplaats. Hierbij is een phishingsite gemaakt die sterk overeenkomt met de originele website van ABN AMRO bank. Adverteerders op de website van Marktplaats zijn via de berichtenfunctie van die website benaderd waarbij interesse is getoond in hun product. Vervolgens is aan de slachtoffers gevraagd om middels een link 1 eurocent over te maken naar de persoon die zich als koper voordeed. Deze link bracht hun op de phising-website. Na invulling van hun gegevens door de slachtoffers konden er vanaf hun bankrekening meerdere frauduleuze betalingen worden verricht. Zaak 3: Op 18 januari 2017 is door het slachtoffer aangifte gedaan van computervredebreuk en afdreiging. Uit onderzoek is gebleken dat het Facebookaccount en het Hotmailaccount van het slachtofferzijn gehackt, alsmede het Dropboxaccount dat zij deelde met haar vriend. Door het binnendringen in de Dropboxaccount is toegang verkregen tot privébestanden, waaronder seksueel getint materiaal bedoeld voor privégebruik. Onder dreiging van het openbaar maken van deze beelden is aan het slachtoffer en haar vriend opgedragen geld te betalen in de vorm van bitcoins. Een filmpje van aangeefster is uiteindelijk geplaatst op de website van Dumpert.
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/130023-18 (P)
Uitspraakdatum: 21 januari 2019
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 7 januari 2019 in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,
thans gedetineerd in [adres 1]
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. van der Putte en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.
Inleiding
Zaaksdossier Croft
Op 18 augustus 2017 is een opsporingsonderzoek gestart onder de naam Croft. Het opsporingsonderzoek had betrekking op Wehkamp-fraude, waarbij op betrekkelijk grote schaal, na het verkrijgen van wachtwoorden via phishing, wederrechtelijk is ingelogd op
e-mailaccounts van particulieren. De slachtoffers hadden een account bij de webshops Wehkamp en/of Bol.com waarvoor ze hetzelfde wachtwoord gebruikten als op het
e-mailaccount. Ook op hun account bij deze webshops is vervolgens wederrechtelijk ingelogd, waarna goederen werden besteld die daarop werden afgehaald bij een afhaalpunt. Deze opgehaalde goederen zijn hierna verkocht aan verschillende vestigingen van [naam bedrijf] in Nederland.
Zaaksdossier Donkey Kong
Op 25 juni 2018 is een opsporingsonderzoek gestart onder de naam Donkey Kong. Het opsporingsonderzoek was gericht op zogenoemde 1 eurocent-fraude via Marktplaats.nl. Hierbij is een phishingsite gemaakt die sterk overeenkomt met de originele website van ABN AMRO bank. Adverteerders op Marktplaats.nl zijn via de berichtenfunctie van die website benaderd waarbij interesse is getoond in hun product. Vervolgens is aan de slachtoffers gevraagd om middels een link 1 eurocent over te maken naar de persoon die zich als koper voordeed. Deze link bracht hun op de phising-website. Na invulling van hun gegevens door de slachtoffers konden er vanaf hun bankrekening meerdere frauduleuze betalingen worden verricht.
Zaaksdossier Metroid
Op 18 januari 2017 is door mevrouw [slachtoffer] aangifte gedaan van computervredebreuk en afdreiging. Uit onderzoek is gebleken dat het Facebookaccount en het Hotmailaccount van [slachtoffer] zijn gehackt, alsmede het Dropboxaccount dat zij deelde met haar vriend [slachtoffer 2] . Door het binnendringen in de Dropboxaccount is toegang verkregen tot privébestanden, waaronder seksueel getint materiaal bedoeld voor privégebruik. Onder dreiging van het openbaar maken van deze beelden is aan [slachtoffer] en [slachtoffer 2] opgedragen geld te betalen in de vorm van bitcoins. Een filmpje van [slachtoffer] is uiteindelijk geplaatst op de website www.dumpert.nl.
In alledrie deze onderzoeken is verdachte in beeld gekomen als betrokkene bij de gepleegde strafbare feiten.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Zaaksdossier Croft
Feit 1 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 05 december 2017 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een of meer geautomatiseerd(e) werk(en), te weten
een of meer e-mailaccounts (van een ander dan hem, verdachte te weten: van 24 aangevers, genoemd in een tabel op pag. 24 t/m 27 van het eindproces-verbaal), die zich bevonden op server(s) van, onder andere, Microsoft (Livemail en/of Hotmail) en/of Ziggo (Ziggomail) en/of Tele2),
(telkens) is binnengedrongen
- met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of,
- door het aannemen van een valse hoedanigheid;
en hij vervolgens (telkens)(aldaar)
de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevond voor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (met een door phishing verkregen wachtwoord), zich toegang verschaft tot dit/deze e-mailaccount(s) van een of meer bovengenoemde ander(en) dan hem, verdachte, waarna hij, verdachte, de e-mailberichten van dat/die e-mailaccount(s) automatisch heeft doorgestuurd naar een of meer door hem, verdachte, aangemaakte en/of beheerde e-mailadres(sen);
Feit 2 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 05 december 2017 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk, gegevens, te weten:
een of meer inkomende e-mailberichten die door middel van een geautomatiseerd werk en/of door middel van telecommunicatie waren opgeslagen, werden verwerkt en/of werden
overgedragen, te weten:
(in) een of meer e-mailaccount(s) (te weten: van 24 aangevers, genoemd in een tabel op pag. 24 t/m 27 van het eindproces- verbaal), welke zich bevond(en) op servers/computers van Microsoft (Livemail en/of hotmail) en/of Ziggo en/of Tele2) of een deel daarvan,
(telkens) heeft veranderd, gewist, onbruikbaar en/of ontoegankelijk heeft gemaakt
en/of
(meermalen) aan gegevens, te weten:
een of meer inkomende e-mailberichten die door middel van een geautomatiseerd werk en/of door middel van telecommunicatie waren opgeslagen, werden verwerkt en/of werden overgedragen, te weten:
(in) een of meer e-mailaccount(s)
(te weten: van 24 aangevers, genoemd in een tabel op pag. 24 t/m 27 van het eindproces-verbaal),(welke zich bevond(en) op servers/computers van Microsoft (Livemail en/of hotmail) en/of Ziggo en/of Tele2) of een deel daarvan,
andere gegevens, heeft toegevoegd, door in een of meer bovengenoemde e-mailaccounts aanpassingen te doen die erin bestonden dat die e-mail(s) (telkens) werd(en) doorgestuurd naar een ander (door hem, verdachte, aangemaakt en/of beheerd) e-mailaccount;
Feit 3 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2017 tot en met 05
december 2017 te ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een of meer geautomatiseerd(e) werk(en), te weten een/of meer online klantaccounts van webwinkel(s) Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V. (te weten: van 24 aangevers, genoemd in een tabel op pag. 24 t/m 27 van het eindproces-verbaal),
(welke zich bevonden op de website(s) en/of webserver(s) van Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V.),
(telkens) is binnengedrongen
- met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of,
- door het aannemen van een valse hoedanigheid;
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (met een door phishing verkregen wachtwoord), zich
toegang verschaft tot dit/deze online klantaccount(s) van een of meer bovengenoemde
ander(en) dan hem, verdachte;
Feit 4 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2017 tot en met 05
december 2017 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(meermalen)
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het (telkens) aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V. heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten
een of meer (dure) goederen,
door (telkens) gebruik te maken van inlognamen en wachtwoorden van klanten van genoemde bedrijven (welke door phishing waren verkregen), en zich op die wijze voor te doen als legitieme klant, en/of (vervolgens) in te loggen op de (online klantaccounts van de) website(s) van genoemde bedrijven, en/of (vervolgens) de afleveradressen en/of de mailadressen behorende bij de betreffende klanten te wijzigen, en/of (vervolgens) diverse (dure) goederen te bestellen;
Feit 5 (Zaaksdossier Croft)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 juli 2017 tot en met 05
december 2017 te 's-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) voorwerpen, te weten goederen die besteld waren bij onder andere Wehkamp B.V.
en/of Bol.com B.V., heeft overgedragen en/of omgezet en/of van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat die voorwerpen geheel of
gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
Zaaksdossier Donkey Kong
Feit 6 (zaaksdossier Donkey Kong)
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 april 2018 tot en met 04 juli 2018 te ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door het (telkens) aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
een of meer (te weten: 42) ABNAMRO-klant(en) (genoemd in een tabel op pag. 1033 t/m 1035 van het eindproces-verbaal) heeft/hebben bewogen tot het ter beschikking stellen van
gegeven(s), te weten,
de (inlog)gegevens (te weten gebruikersnaam en/of wachtwoord) en/of code(s) en
responsecodes van/voor het internetbankieren van/bij de ABNAMRO door (telkens)
- gebruik te maken van de bedrijfsnaam en/of het (bijbehorende) (bedrijfs) logo van de ABNAMRO bank (en zich op die wijze voor te doen als dat bedrijf/die bank) en/of
- via de chatfunctionaliteit van Marktplaats en/of e-mail (een) bericht(en) te sturen,
- dat verdachte en/of zijn mededaders de vraagprijs en verzendkosten wilde betalen voor het hetgeen aangever(s) op de website www.marktplaats.nl te koop aanbo(o)d(en), en/of
- (vervolgens) te vragen of aangever(s) – ter verificatie van hun identiteit – een bedrag van 1 cent over kon(den) maken en/of
- vervolgens) in die chat / e-mail te vragen om op een (hyper)link (naar een website) te klikken en/of deze (hyper)link te openen om verder te gaan
en/of
- (vervolgens) op de website, die met (het klikken op) de (hyper)link wordt geopend, te vragen in te loggen met de (inlog)gegeven(s) voor internetbankieren van de ABN-AMRO bank (te weten de gebruikersnaam en/of het wachtwoord) en/of
- (vervolgens) op die website te vragen om codes en responsecodes van de ABN-AMRO bank (te weten de gebruikersnaam en/of het wachtwoord) en/of
- (vervolgens) na invoering van die codes een foutmelding te geven / aan te geven dat er een storing was.
waardoor die ABNAMRO-klant(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
Feit 7 (zaaksdossier Donkey Kong)
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 april 2018 tot en met 04 juli 2018 te ’s-
Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
meermalen, opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een of meer geautomatiseerd werk (en), te weten:
de computer(s) en/of server(s) van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij de
ABN-AMRO Bank, althans in een deel daarvan,
(telkens) is binnengedrongen,
- met behulp van valse signalen of een valse sleutel, te weten: de (inlog)gegevens voor het
internetbankieren, de gebruikersnaam en/of het wachtwoord) en/of,
- door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten: zijnde een of meer (te weten: 42)
geautoriseerde ABN-AMRO-klant(en) (genoemd in een tabel op pag. 1033 t/m 1035 van het
eindproces-verbaal);
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (met een door phishing verkregen wachtwoord), zich
toegang verschaft tot dit/deze computer(s) en/of server(s) van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij de ABN-AMRO Bank;
Feit 8 (zaaksdossier Donkey Kong)
Primair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 april 2018 tot en met 04 juli 2018 te ’s-
Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
één of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
een of meer (te weten: 42) ABN-AMRO-klant(en) en/of ABN-AMRO bank N.V. genoemd in een tabel op pag. 1033 t/m 1035 van het eindproces-verbaal), in elk geval aan een ander of ander(en) dan aan verdachte,
waarbij verdachte (telkens) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of
het/de weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse
sleutel, te weten door (telkens)
- zich (met een via phishing verkregen wachtwoord/code) toegang te verschaffen tot en/of in te loggen op de (internet)bankrekening(en) van voornoemde ABN-AMRO-klanten en/of
(vervolgens)
- een of meer geldbedrag(en) over te maken van de bankrekening(en) van voornoemde ABN-AMRO-klanten naar (bank)rekeningen van een of meer derde(n);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 01 april 2018 tot en met 04 juli 2018 te ’s-Hertogenbosch en/of elders in Nederland,
(meermalen) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
(telkens)
ABN-AMRO Bank heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten een of meer geldbedrag (en) (met een geschatte waarde van in totaal € 49.192,41 ), in elk geval een of meer goed (eren) / geldbedrag(en) ,
door (telkens)
- gebruik te maken van de (gephishte) (inlog)gegeven(s) van een of meer ABN-AMRO-klant(en) voor/van de (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij de ABN-AMRO bank (zijnde de gebruikersnaam en/of het wachtwoord) en/of
- ( vervolgens) in te loggen op/in die (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij
ABN-AMRO Bank en/of
- ( vervolgens) in/op die (beveiligde) internetbankieren omgeving van/bij de ABN-AMRO bank een of meer transactie(s) in te voeren en/of
- ( vervolgens) deze transactie(s) te autoriseren met een/of meer (respons) code(s) (en
zich aldus voor te doen als geautoriseerde ABN-AMRO-klant(en)),
waardoor die ABN-AMRO bank (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
Zaaksdossier Metroid
Feit 9 (zaaksdossier Metroid)
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 te 's-Hertogenbosch en/of Maastricht en/of Elst (Gelderland), gemeente Overbetuwe en/of Medemblik en/of elders in Nederland,
(meermalen) opzettelijk en wederrechtelijk
in een (gedeelte van) een of meer geautomatiseerd(e) werk(en), te weten een dropbox-account van [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] (dat zich bevond op de computer(s) / server(s) van Dropbox),
(telkens) is binnengedrongen
a. door het doorbreken van een beveiliging en/of,
b. door een technische ingreep en/of,
c. met behulp van valse signalen of een valse sleutel en/of,
d. door het aannemen van een valse hoedanigheid;
en hij vervolgens (telkens) (aldaar)
de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevond oor zichzelf en/of een ander heeft overgenomen, afgetapt en/of opgenomen,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) (met een door phishing verkregen wachtwoord), zich
toegang verschaft tot dit dropboxaccount(s) van een of meer ander(en) dan hem, verdachte,
waarna hij, verdachte, een (privé) filmpje en/of foto (’s) (uit dat dropboxaccount) heeft gedownload en /of opgeslagen;
Feit 10 (zaaksdossier Metroid)
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 te ’s-Hertogenbosch en/of Maastricht en/of Elst (Gelderland), gemeente Overbetuwe en/of Medemblik en/of elders in Nederland,
(meermalen)
ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich
wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of bedreiging met smaadschrift en/of bedreiging met openbaar maken van een geheim
[slachtoffer] en/of [slachtoffer 2]
te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
die [slachtoffer]
door middel van een of meer zogenaamde “messenger-berichten” en/of (concept) emailberichten heeft gedreigd persoonlijke data (van haar en/of [slachtoffer 2] ) openbaar te maken op internet, tenzij die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] 4.000 bitcoins zou overmaken naar hem, verdachte, en/of
(vervolgens) en filmpje van haar, [slachtoffer] , op de website www.dumpert.nl heeft geplaatst en/of
(vervolgens) ie [slachtoffer] oor middel van een of meer zogenaamde “whats app-berichten” en/of (concept) emailberichten heeft gedreigd (opnieuw) een filmpje ( zijnde een sexueel getint filmpje) van aar openbaar te maken op internet (op de website www.dumpert.nl), alsmede al haar persoonlijke gegevens (zoals haar adres, telefoonnummer en geboortedatum), tenzij die [slachtoffer] EURO 350,- zou overmaken naar hem, verdachte,
en/of
(vervolgens)
die [slachtoffer] / [slachtoffer 2]
door middel van een of meer zogenaamde “whats app-berichten” heeft gedreigd (opnieuw) een filmpje ( zijnde een filmpje waarop zij topless was te zien) van haar openbaar te maken op internet tenzij die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] EURO 300,- in bitcoin zou overmaken naar hem, verdachte,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 11 (zaaksdossier Metroid)
Primair:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 te ’s-Hertogenbosch en/of Maastricht en/of Elst (Gelderland), gemeente Overbetuwe en/of Medemblik en/of elders in Nederland,
opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] door middel van het verspreiden en/of openlijk tentoonstellen van een (privé) video (waarop die [slachtoffer] schaars gekleed te zien is),
de eer en/of de goede naam van die [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaald(e) feit(en), met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door die (privé) video te verzenden en/of te (doen) uploaden en/of en/of voor derden zichtbaar te maken en/of (openbaar) te (doen) publiceren op de website “www.dumpert.nl” en/of (hierbij) de tekst geplaatst, te weten: [tekst filmpje] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 te ’s-Hertogenbosch en/of Maastricht en/of Elst (Gelderland), gemeente Overbetuwe en/of Medemblik en/of elders in Nederland,
opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer]
in het openbaar bij afbeelding heeft beledigd, door een (privé) video (waarop die [slachtoffer] schaars gekleed te zien is) te verspreiden en/of aan te bieden, door die (privé) video te verzenden en/of te (doen) uploaden en/of en/of voor derden zichtbaar te maken en/of (openbaar) te (doen) publiceren op de website www.dumpert.nl;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Beoordeling van het bewijs
3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot:
- -
bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit 1 ten aanzien van 23 aangevers;
- -
bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 2 tot en met 5;
- -
bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 6 en 7 ten aanzien van 41 aangevers;
- -
bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit 8 ten aanzien van 37 aangevers alsmede de ABN AMRO bank;
- -
bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 9, 10 en 11 onder primair.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter zitting aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de feiten 1, 3, 5 tot en met 7, 8 subsidiair en feit 9 tot en met 11. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat niet tot een bewezenverklaring kan worden gekomen, zodat verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken. Aan verdachte is, kort gezegd, ten laste gelegd dat hij gegevens zou hebben gewist, onbruikbaar en/of ontoegankelijk zou hebben gemaakt. Hierbij wordt door de officier van justitie met ‘gegevens’ gedoeld op de doorgezonden e-mailberichten. Het in de tenlastelegging genoemde ‘geautomatiseerde werk’ is het e-mail-account. Verdachte heeft echter geen binnenkomende e-mailberichten veranderd, gewist of onbruikbaar dan wel ontoegankelijk gemaakt. De e-mails die vanuit de gehackte e-mailaccounts naar hem zijn doorgezonden waren voor de slachtoffers immers nog steeds te raadplegen in de outbox van het betreffende e-mailaccount, aldus de raadsman.
Met betrekking tot feit 4 merkt de raadsman op dat verdachte wordt verweten dat hij Wehkamp en/of Bol.com heeft opgelicht. Echter in een groot deel van de zaken waarvan aangifte is gedaan, is geen levering tot stand gekomen. In die gevallen kan slechts een poging tot oplichting bewezen worden verklaard.
Met betrekking tot feit 8 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, nu zijn handelingen evident zijn te kwalificeren als oplichting en niet als diefstal.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en heeft vastgesteld dat ten aanzien van het bewezen verklaarde feit 1 en de bewezen verklaarde feiten 3 tot en met 7 en 9 tot en met 11 sprake is van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Gelet daarop zal voor deze feiten worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen op grond waarvan de rechtbank tot een bewezenverklaring is gekomen. Ten aanzien van hetgeen onder feit 2 en feit 8 primair is ten laste gelegd, is door of namens verdachte vrijspraak bepleit zodat de rechtbank ten aanzien van dit feit de bewijsmiddelen nader zal uitwerken. De bewijsmiddelen zullen hierna per feit worden weergegeven.
3.3.1
Bewijs in zaaksdossier Croft (feit 1-5)
De rechtbank komt op grond van de feiten en omstandigheden, die zijn vervat in de hierna te noemen (opgesomde) bewijsmiddelen, tot een bewezenverklaring van de onder 1 t/m 5 ten laste gelegde feiten.
3.3.1.1. Bewijsmiddelen
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 en feit 3
- -
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2019 afgelegd;
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] d.d. 18 augustus 2017 (dossierpagina 58);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] d.d. 30 augustus 2017 (dossierpagina 83);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 3] d.d. 16 augustus 2017 (dossierpagina 91);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 4] d.d. 16 augustus 2017 (dossierpagina 99);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5] d.d. 13 september 2017 (dossierpagina 108);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] d.d. 25 augustus 2017 (dossierpagina 116);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 7] d.d. 14 september 2017 (dossierpagina 122);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 8] d.d. 26 september 2017 (dossierpagina 207);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 9] d.d. 5 oktober 2017 (dossierpagina 214);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 10] d.d. 17 oktober 2017 (dossierpagina 217);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 11] d.d. 27 oktober 2017 (dossierpagina 221);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 12] d.d. 20 november 2017 (dossierpagina 233);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 13] d.d. 11 september 2017 (dossierpagina 235);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 14] d.d. 12 september 2017 (dossierpagina 239);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 15] d.d. 23 september 2017 (dossierpagina 247);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 16] d.d. 26 september 2017 (dossierpagina 279);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 17] d.d. 3 oktober 2017 (dossierpagina 282);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 18] d.d. 3 oktober 2017 (dossierpagina 287);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 19] d.d. 11 oktober 2017 (dossierpagina 297);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 20] d.d. 19 oktober 2017 (dossierpagina 299);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 21] d.d. 26 oktober 2017 (dossierpagina 316);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 22] d.d. 4 december 2017 (dossierpagina 319);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 23] d.d. 5 december 2017 (dossierpagina 329).
Aanvullende bewijsmiddelen ten aanzien van feit 3
- Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 24] d.d. 31 juli 2017 (dossierpagina 103).
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 4
- -
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2019 afgelegd;
- -
een geschrift, te weten een aangifte van Wehkamp d.d. 21 september 2017 (dossierpagina 67-82);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] d.d. 18 augustus 2017 (dossierpagina 58);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 2] d.d. 30 augustus 2017 (dossierpagina 83);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 5] d.d. 13 september 2017 (dossierpagina 108);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 6] d.d. 25 augustus 2017 (dossierpagina 116).
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 5
- -
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2019 afgelegd;
- -
Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal onderzoek paspoort [nummer] d.d. 4 oktober 2017 (dossierpagina 343);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (onderzoek opkopersregister) d.d. 19 oktober 2017 (dossierpagina 352);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 december 2017 (dossierpagina 402).
Bewijsmiddelen met betrekking tot feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit 2 op grond van de volgende bewijsmiddelen.
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 7 januari 2019:
Ik zorgde ervoor dat de mensen waarvan ik een account had gehackt daar niet gelijk achter konden komen door de mails te laten doorsturen. Ik liet alle inkomende mailberichten doorsturen naar een door mij aangemaakt e-mailadres. Ik wijzigde daarvoor de doorstuurfunctie in het e-mailaccount. Ik ontving op die manier alle inkomende e-mail van de door mij gehackte mailadressen.
- Een proces-verbaal van aangifte (dossierpagina 116-117 ). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in als de op 25 augustus 2017 door aangever [benadeelde 6] ten overstaan van [verbalisant] afgelegde verklaring:
Op maandag 21 augustus 2017, wilde ik in mijn computer gaan. Ik wist dat ik vanaf 9 augustus geen e-mails meer ontving. Mijn zus kwam bij mij en heeft op mijn computer gekeken en zag dat je bij de account instellingen de mogelijkheid hebt om op "doorsturen naar" te klikken. Daar heeft iemand het e-mail adres [e-mail adres] veranderd. Ik begreep hier niks van en ik ken [e-mail adres] helemaal niet. Alleen ik weet het wachtwoord van mijn account.
- Het proces-verbaal zaaksdossier 1 Croft d.d. 4 oktober 2018 (pagina 25-27). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
Dit zaaksdossier beschrijft het onderzoek naar de gepleegde strafbare feiten, volgens de zogenaamde Wehkampfraude. In elke zaak is sprake van het wijzigen van de instellingen van het email-account t.b.v. ‘automatisch doorsturen’. Hieronder worden de zaken schematisch weergegeven, waarbij de aangevers, de schades en de desbetreffende providers (van de email-accounts) zijn vermeld.
Zaak 1 Schade Provider | Aangever [benadeelde] Schadeloos gesteld door Wehkamp Microsoft |
Zaak 2a Schade Provider | Aangever [benadeelde 2] Schadeloos gesteld door Wehkamp Microsoft |
Zaak 2b Schade Provider | Aangever [benadeelde 3] 0 euro Microsoft |
Zaak 2c Schade Provider | Aangever [benadeelde 4] 0 euro Microsoft |
Zaak 2d Schade Provider | Aangever [benadeelde 24] Schadeloos gesteld door Wehkamp Microsoft |
Zaak 2e Schade Provider | Aangever [benadeelde 5] Schadeloos gesteld door Bol.com Microsoft |
Zaak 4 Schade Provider | Aangever [benadeelde 7] 0 euro Microsoft |
Zaak 5a Schade Provider | Aangever [benadeelde 8] Schadeloos gesteld door Wehkamp Microsoft |
Zaak 5b Schade Provider | Aangever [benadeelde 9] 0 euro Microsoft |
Zaak 5c Schade Provider | Aangever [benadeelde 10] 0 euro Microsoft |
Zaak 5d Schade Provider | Aangever [benadeelde 11] Schadeloos gesteld door Wehkamp Microsoft |
Zaak 5e Schade Provider | Aangever [benadeelde 12] Schadeloos gesteld door Wehkamp Microsoft |
Zaak 6 Schade Provider | Aangever [benadeelde 13] 0 euro Microsoft |
Zaak 7 Schade Provider | Aangever [benadeelde 14] 0 euro Microsoft |
Zaak 8 Schade Provider | Aangever [benadeelde 15] Schadeloos gesteld door Wehkamp Ziggo |
Zaak 9 Schade Provider | Aangever [benadeelde 16] 0 euro Onbekend |
Zaak 10 Schade Provider | Aangever [benadeelde 17] 0 euro Microsoft |
Zaak 11 Schade Provider | Aangever [benadeelde 18] Schadeloos gesteld door Wehkamp Microsoft |
Zaak 12 Schade Provider | Aangever [benadeelde 19] 0 euro Microsoft |
Zaak 13 Schade Provider | Aangever [benadeelde 20] 0 euro Microsoft |
Zaak 14 Schade Provider | Aangever [benadeelde 21] 0 euro Microsoft |
Zaak 15 Schade Provider | Aangever [benadeelde 22] 0 euro Ziggo |
Zaak 16 Schade Provider | Aangever [benadeelde 23] 0 euro Tele2 |
3.3.1.2 Nadere bewijsoverweging ten aanzien van feit 2
Het verweer van de raadsman dat verdachte geen gegevens heeft veranderd, gewist of onbruikbaar dan wel ontoegankelijk heeft gemaakt zodat hij dient te worden vrijgesproken, wordt door de rechtbank verworpen. De stelling van de verdediging dat de e-mails die -doordat verdachte in de e-mailaccounts instellingen heeft gewijzigd - worden doorgestuurd nog altijd te vinden zijn in de outbox van het betreffende e-mailaccount, mist feitelijke grondslag en vindt weerlegging in de bewijsmiddelen.
3.3.2
Bewijs in zaaksdossier Donkey Kong
De rechtbank komt op grond van de feiten en omstandigheden, die zijn vervat in de hierna te noemen (opgesomde) bewijsmiddelen, tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 6, 7 en 8 primair.
3.3.2.1. Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 6
- -
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2019 afgelegd;
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 25] d.d. 5 mei 2018 (dossierpagina 1098);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 26] d.d. 12 mei 2018 (dossierpagina 1108);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 27] d.d. 16 mei 2018 (dossierpagina 1115);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 28] d.d. 18 mei 2018 (dossierpagina 1118);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 29] d.d. 20 mei 2018 (dossierpagina 1122);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 30] d.d. 20 mei 2018 (dossierpagina 1127);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 31] d.d. 21 mei 2018 (dossierpagina 1133);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 32] d.d. 22 mei 2018 (dossierpagina 1136);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 33] d.d. 25 mei 2018 (dossierpagina 1156);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 34] d.d. 23 mei 2018 (dossierpagina 1160);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 35] d.d. 29 mei 2018 (dossierpagina 1164);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 36] d.d. 19 mei 2018 (dossierpagina 1171);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 37] d.d. 4 juni 2018 (dossierpagina 1177);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 38] d.d. 4 juni 2018 (dossierpagina 1184);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 39] d.d. 5 juni 2018 (dossierpagina 1195);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 40] d.d. 5 juni 2018 (dossierpagina 1200);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 41] d.d. 5 juni 2018 (dossierpagina 1204);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 42] d.d. 15 juni 2018 (dossierpagina 1211);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 43] d.d. 12 juni 2018 (dossierpagina 1218);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 44] d.d. 15 juni 2018 (dossierpagina 1223);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 45] d.d. 13 juni 2018 (dossierpagina 1229);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 46] d.d. 25 juni 2018 (dossierpagina 1234);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 47] d.d. 16 juni 2018 (dossierpagina 1242);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 48] d.d. 18 juni 2018 (dossierpagina 1249);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 49] d.d. 19 juni 2018 (dossierpagina 1255);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 50] d.d. 20 juni 2018 (dossierpagina 1260);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 51] d.d. 16 juni 2018 (dossierpagina 1267);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 52] d.d. 20 juni 2018 (dossierpagina 1270);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 53] d.d. 20 juni 2018 (dossierpagina 1275);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 54] d.d. 28 juni 2018 (dossierpagina 1278);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 55] d.d. 27 juni 2018 (dossierpagina 1291);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 56] d.d. 23 juni 2018 (dossierpagina 1300);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 57] d.d. 2 juli 2018 (dossierpagina 1308);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 58] d.d. 5 mei 2018 (dossierpagina 1316);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 59] d.d. 15 mei 2018 (dossierpagina 1326);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 60] d.d. 24 mei 2018 (dossierpagina 1332);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 61] d.d. 27 mei 2018 (dossierpagina 1338);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 62] d.d. 8 juni 2018 (dossierpagina 1344);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 63] d.d. 31 mei 2018 (dossierpagina 1346);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [benadeelde 64] d.d. 31 mei 2018 (dossierpagina 1352).
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 7
- -
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2019 afgelegd;
- -
Een geschrift, te weten een aangifte van ABN Amro Bank N.V. d.d. 4 oktober 2018 (dossierpagina 1361-1366).
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 8
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit 8 onder primair op grond van de volgende bewijsmiddelen.
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 7 januari 2019:
Die mensen kregen een link van mij en die kwamen op een site die leek op een ABN Amro Ideal pagina waar stond dat ze 1 eurocent zouden overmaken. Ik had een andere pagina die live werd ge-update en dan ging er bij mij een belletje af als ze online waren. Ik ging dan tegelijk inloggen. Ze drukten dan op ‘volgende’ en dan deed ik hetzelfde bij de echte ABN Amro-pagina en dan kwam er een responscode. Die voerde ik dan ook in en als zij de code invulden kon ik een bestelling plaatsen. Zij dachten dan die 1 eurocent over te maken. Maar tegelijkertijd deed ik het met hun code op de echte ABN Amro Ideal pagina met een groter bedrag.
- Het proces-verbaal zaaksdossier 2 Donkey Kong d.d. 8 oktober 2018 (doorgenummerde pagina 1032-1035). Dit proces-verbaal houdt – zakelijk weergegeven – onder meer in:
Dit zaaksdossier beschrijft het onderzoek naar de gepleegde strafbare feiten, volgens de betaalverzoek-phishingfraude. In elke zaak is sprake van mensen lokken naar een nagemaakte website die lijkt op die van de bank. Hieronder worden de zaken schematisch weergegeven, waarbij de aangevers en de schadebedragen zijn vermeld.
Zaak 2 Schade | Aangever [benadeelde 25] € 2.500,- |
Zaak 3 Schade | Aangever [benadeelde 26] € 740,- |
Zaak 4 Schade | Aangever [benadeelde 27] € 2.500,- |
Zaak 5 Schade | Aangever [benadeelde 28] € 11.428,85 |
Zaak 6 Schade | Aangever [benadeelde 29] € 858,60 |
Zaak 7 Schade | Aangever [benadeelde 30] € 958,60 |
Zaak 8 Schade | Aangever [benadeelde 31] € 614,40 |
Zaak 9 Schade | Aangever [benadeelde 32] € 1.600,- |
Zaak 10 Schade | Aangever [benadeelde 33] € 500,- |
Zaak 11 Schade | Aangever [benadeelde 34] € 5.000,- |
Zaak 12 Schade | Aangever [benadeelde 35] € 250,- |
Zaak 13 Schade | Aangever [benadeelde 36] € 620,- |
Zaak 14 Schade | Aangever [benadeelde 37] € 950,- |
Zaak 15 Schade | Aangever [benadeelde 38] € 2.000,- |
Zaak 16 Schade | Aangever [benadeelde 39] € 3.645,- |
Zaak 17 Schade | Aangever [benadeelde 40] € 2.800,- |
Zaak 18 Schade | Aangever [benadeelde 41] € 2.700,- |
Zaak 19 Schade | Aangever [benadeelde 42] € 1.100,- |
Zaak 20 Schade | Aangever [benadeelde 43] € 121,- |
Zaak 21 Schade | Aangever [benadeelde 44] € 302,50 |
Zaak 22 Schade | Aangever [benadeelde 45] € 484,- |
Zaak 23 Schade | Aangever [benadeelde 46] € 1.000,- |
Zaak 24 Schade | Aangever [benadeelde 47] € 1.000,- |
Zaak 25 Schade | Aangever [benadeelde 48] € 2.000,- |
Zaak 26 Schade | Aangever [benadeelde 49] € 1.000,- |
Zaak 27 Schade | Aangever [benadeelde 50] € 1.000,- |
Zaak 28 Schade | Aangever [benadeelde 51] € 151,25 |
Zaak 29 Schade | Aangever [benadeelde 52] € 1.000,01 |
Zaak 30 Schade | Aangever [benadeelde 53] € 2.500,- |
Zaak 31 Schade | Aangever [benadeelde 54] € 403,60 |
Zaak 32 Schade | Aangever [benadeelde 55] € 1.000,01 |
Zaak 33 Schade | Aangever [benadeelde 56] € 1.000,- |
Zaak 34 Schade | Aangever [benadeelde 57] € 201,80 |
Zaak 35 Schade | Aangever [benadeelde 58] € 1.546,- |
Zaak 36 Schade | Aangever [benadeelde 60] € 810,- |
Zaak 37 Schade | Aangever [benadeelde 61] € 1.102,- |
- Een geschrift, te weten een aangifte van ABN AMRO Bank N.V. d.d. 4 oktober 2018 (dossierpagina 1361-1366);
3.3.2.2. Nadere bewijsoverweging feit 8 primair
Uit de hierboven weergegeven bewijsmiddelen volgt dat verdachte steeds door middel van door phishing verkregen toegangscodes voor de betaalpagina van ABN AMRO toegang heeft gekregen tot de internetbankrekeningen van 36 ABN AMRO-klanten en vervolgens geld naar andere bankrekeningen heeft overgemaakt. Nu verdachte niet gerechtigd was om gebruik te maken van deze toegangscodes, is sprake van een valse sleutel waarmee hij de diefstallen heeft gepleegd.
3.3.3
Bewijs in zaaksdossier Metroid
De rechtbank komt op grond van de feiten en omstandigheden, die zijn vervat in de hierna te noemen opgesomde bewijsmiddelen, tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten 9 en 10 en het primair ten laste gelegde feit 11.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 9
- -
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2019 afgelegd;
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 18 januari 2017 (dossierpagina 1572);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor benadeelde [slachtoffer 2] d.d. 25 maart 2017 (dossierpagina 1592).
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 10
- -
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2019 afgelegd;
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 18 januari 2017 (dossierpagina 1572);
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor benadeelde [slachtoffer 2] d.d. 25 maart 2017 (dossierpagina 1592).
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van [slachtoffer] d.d. 6 maart 2018 (dossierpagina 1577).
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 11
- -
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 januari 2019 afgelegd;
- -
het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] d.d. 18 januari 2017 (dossierpagina 1572).
3.4.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaaksdossier Croft
Feit 1
hij in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 5 december 2017 in Nederland, meermalen opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werken, te weten e-mailaccounts van een ander dan hem, verdachte (te weten: van 23 aangevers), die zich bevonden op servers van (onder andere) Microsoft (Livemail en/of Hotmail) en/of Ziggo (Ziggomail) en/of Tele2,
telkens is binnengedrongen met behulp van een valse sleutel,
en hij vervolgens telkens aldaar de gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of worden overgedragen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk, waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf heeft overgenomen, immers heeft hij, verdachte, telkens met een door phishing verkregen wachtwoord, zich toegang verschaft tot deze
e-mailaccounts van bovengenoemde anderen dan hem, verdachte, waarna hij, verdachte, de e-mailberichten van die e-mailaccounts automatisch heeft doorgestuurd naar door hem, verdachte, aangemaakte en beheerde e-mailadressen;
Feit 2
hij in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 5 december 2017 in Nederland, meermalen opzettelijk en wederrechtelijk, gegevens, te weten:
inkomende e-mailberichten die door middel van een geautomatiseerd werk waren opgeslagen, werden verwerkt en/of werden overgedragen, te weten:
in e-mailaccounts (te weten: van 23 aangevers), welke zich bevonden op servers van Microsoft (Livemail en/of Hotmail) en/of Ziggo en/of Tele2, telkens ontoegankelijk heeft gemaakt door in bovengenoemde e-mailaccounts aanpassingen te doen die erin bestonden dat die e-mails telkens werden doorgestuurd naar een ander door hem, verdachte, aangemaakt en beheerd e-mailaccount;
Feit 3
hij in de periode van 28 juli 2017 tot en met 5 december 2017 in Nederland, meermalen opzettelijk en wederrechtelijk in geautomatiseerde werk(en), te weten een/of meer online klantaccounts van webwinkel(s) Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V. (te weten: van 24 aangevers), welke zich bevonden op de websites en/of webservers van Wehkamp B.V. en Bol.com B.V., telkens is binnengedrongen
- met behulp van een valse sleutel en,
- door het aannemen van een valse hoedanigheid;
immers heeft hij, verdachte, telkens met een door phishing verkregen wachtwoord, zich toegang verschaft tot deze online klantaccounts van een of meer bovengenoemde anderen dan hem, verdachte;
Feit 4
hij in de periode van 28 juli 2017 tot en met 5 december 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen met het oogmerk om zichzelf en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het telkens aannemen van een valse hoedanigheid, Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V. heeft bewogen tot de afgifte van goederen, door telkens gebruik te maken van inlognamen en wachtwoorden van klanten van genoemde bedrijven welke door phishing waren verkregen, en zich op die wijze voor te doen als legitieme klant, en vervolgens in te loggen op de online klantaccounts van de websites van genoemde bedrijven, en vervolgens diverse goederen te bestellen;
Feit 5
hij in de periode van 28 juli 2017 tot en met 5 december 2017 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, telkens voorwerpen, te weten goederen die besteld waren bij Wehkamp B.V. en/of Bol.com B.V., heeft overgedragen en/of omgezet en/of van die voorwerpen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat die voorwerpen - onmiddellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
Zaaksdossier Donkey Kong
Feit 6
hij in de periode van 1 april 2018 tot en met 4 juli 2018 te ’s-Hertogenbosch, meermalen met het oogmerk om zichzelf en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door listige kunstgrepen, 40 ABN AMRO-klanten heeft bewogen tot het ter beschikking stellen van gegevens, te weten, de codes en responsecodes van/voor het internetbankieren van/bij de ABN AMRO door telkens
- gebruik te maken van de bedrijfsnaam en het bijbehorende bedrijfslogo van de ABN AMRO bank en zich op die wijze voor te doen als die bank en
- via de chatfunctionaliteit van Marktplaats en/of e-mail (een) bericht(en) te sturen,
- dat verdachte de vraagprijs en verzendkosten wilde betalen voor het hetgeen aangevers op de website www.marktplaats.nl te koop aanbo(o)d(en), en
- vervolgens te vragen of aangevers – ter verificatie van hun identiteit – een bedrag van 1 cent over konden maken en
- vervolgens in die chat / e-mail te vragen om op een hyperlink naar een website te klikken en deze hyperlink te openen om verder te gaan en
- vervolgens op die website te vragen om codes en responsecodes van de ABN AMRO bank
waardoor die ABN AMRO-klanten telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgiften;
Feit 7
hij in de periode van 1 april 2018 tot en met 4 juli 2018 te ’s-Hertogenbosch, meermalen, opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, te weten:
de computers en/of servers van de beveiligde internetbankieren omgeving van/bij de ABN AMRO Bank, telkens is binnengedrongen,
- met behulp van een valse sleutel, te weten: de inloggegevens voor het internetbankieren, en
- door het aannemen van een valse hoedanigheid, te weten: een geautoriseerde ABN AMRO klant;
immers heeft hij, verdachte, telkens met een door phishing verkregen wachtwoord, zich toegang verschaft tot computers en/of servers van de beveiligde internetbankieren omgeving van/bij de ABN AMRO Bank;
Feit 8
Primair:
hij in de periode van 1 april 2018 tot en met 4 juli 2018 te ’s-Hertogenbosch meermalen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen geldbedragen, toebehorende aan 36 ABN AMRO-klanten, waarbij verdachte telkens zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door telkens
- zich met een via phishing verkregen code toegang te verschaffen tot de internetbankrekeningen van voornoemde ABN AMRO-klanten en vervolgens
- geldbedragen over te maken van de bankrekeningen van voornoemde ABN AMRO-klanten naar bankrekeningen van derden;
Zaaksdossier Metroid
Feit 9
hij in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, te weten een Dropbox-account van [slachtoffer] en [slachtoffer 2] dat zich bevond op de server van Dropbox, is binnengedrongen met behulp van een valse sleutel en hij vervolgens aldaar de gegevens, die zijn opgeslagen door middel van voornoemd geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf heeft overgenomen, immers heeft hij, verdachte, met een door phishing verkregen wachtwoord, zich toegang verschaft tot dit Dropbox account waarna hij, verdachte, een privéfilmpje en foto’s uit dat Dropbox account heeft gedownload en/of opgeslagen;
Feit 10
hij in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 in Nederland, meermalen,ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met smaadschrift [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van goederen en/of geld, toebehorende aan die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] , die [slachtoffer] door middel van “messenger-berichten” en/of (concept) emailberichten heeft gedreigd persoonlijke data van haar en/of [slachtoffer 2] openbaar te maken op internet, tenzij die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] bitcoins zou overmaken naar hem, verdachte, en vervolgens een filmpje van haar, [slachtoffer] , op de website www.dumpert.nl heeft geplaatst en vervolgens die [slachtoffer] door middel van “whats app-berichten” heeft gedreigd opnieuw een filmpje, zijnde een seksueel getint filmpje, van haar openbaar te maken op internet op de website www.dumpert.nl, alsmede al haar persoonlijke gegevens zoals haar adres, telefoonnummer en geboortedatum, tenzij die [slachtoffer] EURO 350,- zou overmaken naar hem, verdachte, en vervolgens die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] door middel van “whats app-berichten” heeft gedreigd opnieuw een filmpje, zijnde een filmpje waarop zij topless was te zien, van haar openbaar te maken op internet tenzij die [slachtoffer] / [slachtoffer 2] EURO 300,- in bitcoin zou overmaken naar hem, verdachte, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 11
Primair:
hij in de periode van 15 januari 2017 tot en met 28 januari 2017 in Nederland, opzettelijk, door middel van het verspreiden van een privé video waarop een persoon genaamd [slachtoffer] schaars gekleed te zien is, de eer en/of de goede naam van die [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door die privé video te verzenden en te doen uploaden en/of voor derden zichtbaar te maken en/of openbaar te doen publiceren op de website www.dumpert.nl.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Zaaksdossier Croft
Feit 1
Computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt en worden overgedragen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf overneemt, meermalen gepleegd.
Feit 2
Opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd werk zijn opgeslagen, worden verwerkt en/of worden overgedragen, ontoegankelijk maken, meermalen gepleegd.
Feit 3
Computervredebreuk, meermalen gepleegd.
Feit 4
Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Feit 5
Medeplegen van gewoontewitwassen.
Zaaksdossier Donkey Kong
Feit 6
Oplichting, meermalen gepleegd.
Feit 7
Computervredebreuk, meermalen gepleegd.
Feit 8
Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Zaaksdossier Metroid
Feit 9
Computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt en worden overgedragen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf overneemt.
Feit 10
Poging tot afdreiging, meermalen gepleegd.
Feit 11
Smaadschrift.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Over verdachte is op 4 januari 2019 een rapport uitgebracht door G.J.W. Pol , GZ-psycholoog. De psycholoog constateert dat bij verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met ook narcistische kenmerken. Tijdens de aanloop en de uitvoering van de hierboven bewezen verklaarde feiten is echter geen sprake geweest van doorwerking van de op dat moment bij verdachte bestaande persoonlijkheidsstoornis. Tevens werden de gedragskeuzemogelijkheden van verdachte ten tijde van de aanloop en de uitvoering van de feiten niet door genoemde stoornis beperkt. De psycholoog adviseert de rechtbank dan ook om verdachte het tenlastegelegde volledig toe te rekenen.
Nu de conclusie van de psycholoog gedragen wordt door diens bevindingen en door hetgeen ook overigens ter terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusie over en maakt die tot de hare. Verdachte wordt derhalve volledig toerekeningsvatbaar geacht voor de ten laste gelegde feiten.
Er is ook verder geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de sanctie
6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig (30) maanden, waarvan tien (10) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geadviseerd.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat de op te leggen straf gematigd dient te worden, ook omdat verdachte een meewerkende en open proceshouding heeft getoond. Een gevangenisstraf zoals geëist door de officier van justitie doet geen recht aan de feiten waaraan hij zich heeft schuldig gemaakt. Met zijn bekennende houding laat verdachte zien dat hij zelfinzicht en spijt heeft en dat hij schoon schip wenst te maken. Gelet hierop heeft de raadsman de rechtbank verzocht een vrijheidsstraf op te leggen die gelijk is aan de periode die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, met aanvullend een taakstraf van de maximale duur. De raadsman heeft voorts verzocht de voorlopige hechtenis bij vonnis op te heffen.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich gedurende een aanzienlijke periode schuldig gemaakt aan computercriminaliteit. Hij heeft de e-mailaccounts van een groot aantal personen gehackt. In deze e-mailaccounts heeft hij de instellingen zo gewijzigd dat alle inkomende e-mailberichten werden doorgestuurd aan e-mailadressen die door hem zelf werden beheerd. Vervolgens heeft hij in het gehackte e-mailaccount gekeken of de deze personen een account hadden bij Wehkamp of bij Bol.com. Indien dit het geval was, heeft hij op naam van deze anderen ingelogd bij deze webshops om uit hun naam goederen te bestellen. Deze goederen werden daarop afgehaald bij een afhaalpunt door derden met behulp van een door verdachte vervalst paspoort en werden doorverkocht aan verschillende vestigingen van [naam bedrijf] in Nederland.
Verdachte heeft daarnaast een valse website gemaakt die sterk overeenkwam met de website van ABN Amro bank. Met deze phishing website heeft verdachte via Marktplaats.nl slachtoffers benaderd om, zoals verdachte hen te kennen gaf: ter verificatie van hun betrouwbaarheid, € 0,01 over te maken. Op het moment dat de slachtoffers inlogden kon verdachte, door live mee te kijken, in hun internetbankieren omgeving geldbedragen overboeken van de rekeningen van de slachtoffers naar rekeningen van derden/katvangers, die door verdachte werden aangestuurd.
Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het plegen van afdreiging, computervredebreuk en smaadschrift door het Dropboxaccount van [slachtoffer] en [slachtoffer 2] te hacken en daaruit seksueel getint beeldmateriaal te downloaden. Verdachte heeft aan [slachtoffer] en [slachtoffer 2] gevraagd geld te betalen zodat de beelden niet verspreid zouden worden. Toen verdachte geen betalingen ontving heeft hij onder andere een filmpje van [slachtoffer] geplaatst op de website www.dumpert.nl.
De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij zijn kennis van de digitale wereld heeft misbruikt om daarmee bovengenoemde feiten te plegen. Verdachte heeft aangegeven te hebben gehandeld om in zijn inkomen te voorzien, zonder dat hij daadwerkelijk enige moeite heeft gedaan om op een legale manier inkomen verwerven. Hij heeft jarenlang het gemak en zijn eigen financiële gewin voorop gesteld, zonder daarbij stil te staan bij de gevolgen van zijn handelen voor de particulieren en bedrijven die hij daarmee benadeeld heeft. Hij heeft met deze cybercriminaliteit het vertrouwen dat iedereen moet kunnen hebben in het gebruik van persoonlijke internetaccounts, alsmede het elektronische betalingsverkeer ernstig geschaad. Het wegvallen van dat vertrouwen kan het maatschappelijk en economisch verkeer ernstig ontwrichten, aangezien de meeste personen en bedrijven tegenwoordig afhankelijk zijn van online diensten.
Daarnaast heeft verdachte met deze feiten een ernstige inbreuk gemaakt op het privéleven van alle aangevers. Het besef dat een wildvreemde kan indringen in privé-accounts van willekeurige mensen is beangstigend voor de getroffen individuen maar ook voor de samenleving als geheel. Dit voedt een algemeen wantrouwen om privacygevoelige gegevens op te slaan of te delen en verdachte heeft bijgedragen aan dit wantrouwen.
De rechtbank neemt het verdachte daarnaast in ernstige mate kwalijk dat hij privé-materiaal heeft gedownload om daarmee slachtoffers [slachtoffer] en [slachtoffer 2] af te dreigen en hierbij zelfs seksueel getint materiaal heeft laten plaatsen op de website www.dumpert.nl. Het mag als bekend worden verondersteld dat bij slachtoffers van afdreiging en smaadschrift lange tijd gevoelens van angst en onzekerheid kunnen blijven bestaan, waardoor zij in hun deelname aan het maatschappelijk verkeer ernstig kunnen worden belemmerd. Dat hiervan in het geval van [slachtoffer] sprake is, vindt bevestiging in de slachtofferverklaring die zij ter terechtzitting heeft afgelegd alsmede in haar vordering benadeelde partij. Als gevolg van de gedragingen van verdachte heeft zij veel stress ervaren. Alle familieleden en vrienden van [slachtoffer] hebben kennis kunnen nemen van het door verdachte geplaatste filmpje. Uiteindelijk is het filmpje, dat op www.dumpert.nl stond, ongeveer 911.000 keer bekeken. Het handelen van verdachte heeft psychisch nog steeds grote gevolgen voor haar. Zij heeft een groot wantrouwen ontwikkeld en is zeer onzeker geworden. Haar dagelijks functioneren wordt nog altijd beïnvloed door het hacken van haar account. Zij kent grote perioden van stress en moedeloosheid en is op dit moment niet meer in staat om te werken. Deze door verdachtes handelen veroorzaakte gevolgen hebben ook op het gezin, waaronder [slachtoffer 2] , zijn weerslag gehad. Verdachte heeft hier, gelet op zijn handelen, kennelijk op geen enkele wijze rekening mee gehouden en heeft zijn eigen financiële drijfveren laten prevaleren boven de schade die hij anderen zou toebrengen. De rechtbank rekent hem dit zwaar aan.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 3 december 2018, waaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor onder meer vermogensdelicten.
Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van de voorlichtingsrapportage d.d. 5 juli 2018 van [naam reclasseringswerker] als reclasseringswerkster verbonden aan GGZ Reclassering Fivoor alsmede de over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapportages gedateerd 9 augustus 2018, 3 oktober 2018 en 2 januari 2019 van [naam reclasseringswerker 2] als reclasseringswerkster verbonden aan Reclassering Nederland, waarin wordt geadviseerd om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met daaraan verbonden bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van de Pro Justitia rapportages, te weten een psychologisch onderzoek en een neuropsychologisch onderzoek, beide gedateerd op 4 januari 2019 en opgemaakt door drs. G.J.W. Pol , GZ-psycholoog. Uit deze rapportages komt – onder meer en zakelijk weergegeven – het volgende naar voren.
De in de kinderjaren bij betrokkene bestaande gedragsstoornis is uiteindelijk uitgemond in een anti-sociale persoonlijkheidsstoornis met ook narcistische kenmerken. Betrokkene heeft een egocentrisch perspectief en is gericht op onmiddellijke behoeftebevrediging. Wat de huidige ten laste gelegde feiten betreft, betuigt betrokkene enkel spijt en schaamte ten aanzien van de afdreiging (feit 7). Deze doen evenwel weinig doorleefd aan. Betrokkene heeft in het verlengde van een beperkt zelfreflecterend vermogen sowieso sterk de neiging het eigen aandeel in negatieve zin te ontkennen, te bagatelliseren of te externaliseren. Hij is behept met een lacunaire gewetensfunctie. Tevens kan er bij hem worden gesproken van een gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel. De genoemde narcistische trekken uiten zich bij betrokkene via een moeite met autoriteit en een beperkt empathisch vermogen.
Betrokkene is tijdens de uitvoering van de hem ten laste gelegde feiten niet impulsief maar berekenend en geraffineerd te werk gegaan. Hij is hoog-gemiddeld intelligent en heeft in de tijdspanne van de hem ten laste gelegde feiten voldoende tijd, ruimte en mogelijkheden gehad om alternatieve manieren te bedenken om aan geld te komen. Er zijn geen aanwijzingen dat hij destijds (vanuit de bij hem bestaande stoornis) werd gehinderd in zijn oordeel of in het nemen van rationele beslissingen. Betrokkene had bovendien ook voldoende besef van het ontoelaatbare en het risicovolle van de hem ten laste gelegde cybercrime-handelingen maar heeft er desondanks toch, willens en wetens, voor gekozen deze ten uitvoer te brengen en zichzelf op die manier te verrijken, zonder daarbij oog te hebben voor de gevolgen voor de slachtoffers. Betrokkene kan het plegen van de hem ten laste gelegde feiten (indien bewezen geacht) derhalve volledig worden toegerekend.
Er bestaan op basis van het psychologisch onderzoek, gezien de vastgestelde mate van toerekenen, geen gronden voor een behandeladvies in een strafrechtelijk kader. Wel zou het naar de mening van rapporteur goed zijn om betrokkenen onder toezicht te laten stellen van de reclassering, zodat hij kan worden begeleid en gecontroleerd bij het sociaal-maatschappelijk op de rit krijgen van zijn leven (voor wat betreft wonen, werk, dagbesteding en financiën).
Al het voorgaande afwegende is de rechtbank van oordeel dat op de onderhavige feiten alleen gereageerd kan worden met het opleggen van een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur. Zij is van oordeel dat een forse onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf noodzakelijk is omdat de hiervoor beschreven aard en ernst van het bewezenverklaarde, alsmede de het aantal en de schade van de benadeelde partijen (zowel materieel als immaterieel), door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak zouden worden miskend. De rechtbank volgt hierbij de eis van de officier van justitie.
7. Bijkomende straf
7.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen zoals deze zijn weergegeven op de beslaglijst, verbeurd dienen te worden verklaard. De tenlastegelegde strafbare feiten zijn met betrekking tot die voorwerpen begaan zodat zij niet voor teruggave in aanmerking komen.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter zitting verzocht de beslagen op te heffen en de voorwerpen terug te geven aan de verdachte.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 1.
stk LAPTOP (omschrijving: Lenovo)
- 2.
1 stk LAPTOP (omschrijving: HP)
- 3.
1 stk Externe HD (omschrijving: Samsung)
- 4.
1 stk GSM (omschrijving GSM)
dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met behulp van die voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, zijn begaan of voorbereid.
8. Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregelen
In de onderhavige zaak zijn door veertien (14) benadeelde partijen vorderingen tot schadevergoeding ingediend. De vorderingen zullen in het navolgende per zaaksdossier worden besproken.
Zaaksdossier Croft
[benadeelde 4]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 279,00 ingediend tegen verdachte wegens de materiële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit de kosten van drie gesprekken met een coach.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering te matigen tot een bedrag van € 93,00, nu alleen een nota ter hoogte van dit bedrag is overgelegd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 93,00 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening. Voor het overige acht de rechtbank de vordering niet-ontvankelijk, nu deze niet is onderbouwd. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 6]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 6] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 200,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 11]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 11] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 700,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen nu de onderbouwing de vordering niet kan dragen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten en dat de vordering voldoende is onderbouwd. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting billijk voor. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 16]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 16] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 185,25 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 85,25 materiële schade voor het resetten van de laptop en uit € 100,00 immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering ten aanzien van de materiële schade toe te wijzen en de vordering ten aanzien van de immateriële schade niet-ontvankelijk te verklaren, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering ten aanzien van de immateriële schade af te wijzen, nu deze onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten en voldoende is onderbouwd. De rechtbank zal de vordering in zoverre dan ook tot het bedrag van € 85,25 toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank acht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering tot vergoeding van de immateriële schade, nu deze schade onvoldoende is onderbouwd. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 19]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 19] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 5.000,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 500,00.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting billijk voor tot een bedrag van € 500,00. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering wordt voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
Zaaksdossier Donkey Kong
[benadeelde 65]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 65] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.446,00 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die hij als gevolg van het onder 8 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 2.696,00 materiële schade, zijnde het bedrag dat ABN AMRO van zijn rekening heeft afgeschreven en de eigen bijdrage voor de Raad voor Rechtsbijstand in het geschil met ABN AMRO, en € 750,00 immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu de benadeelde partij medeverdachte is in onderhavig onderzoek.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank om dezelfde reden verzocht de vordering af te wijzen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert, nu de vordering is ingediend door een benadeelde partij die in onderhavig onderzoek als medeverdachte wordt aangemerkt. Een goede beoordeling van de vordering vergt derhalve nader onderzoek naar onder meer de vraag of en zo ja, in hoeverre, sprake is van eigen schuld van de zijde van de benadeelde partij.
De benadeelde partij is daarom niet-ontvankelijk in zijn vordering. De benadeelde partij kan de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 33]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 33] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.250,00 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 6 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 250,00 materiële schade, zijnde het bedrag dat verdachte van haar rekening heeft weggenomen, en € 1.000,00 immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering ten aanzien van de materiële schade af te wijzen, nu deze schade reeds door de ABN AMRO is vergoed, en om de vordering ten aanzien van de immateriële schade te matigen tot een bedrag van € 500,00.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de gehele vordering af te wijzen, nu de materiële schade reeds is vergoed en de immateriële schade onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 6 en 8 bewezen verklaarde feiten. De rechtbank wijst de vordering tot vergoeding van de materiële schade af, nu deze schade blijkens het dossier reeds door de ABN AMRO is vergoed. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting billijk voor tot een bedrag van € 500,00. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering wordt voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 35]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 35] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 55,00 ingediend tegen verdachte wegens de materiële schade die zij als gevolg van de onder 6 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit de kosten van softwareherstel van haar mobiele telefoon.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 55,00 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 6 en 8 bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook (geheel) worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 41]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 41] heeft een vordering tot schadevergoeding van – zoals door de officier van justitie op zitting nader is toegelicht – € 1.000,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 6 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht de vordering gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 500,00.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van de immateriële schade geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 6 en 8 bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting billijk voor tot een bedrag van € 500,00. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering wordt voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij kan de vordering voor dit deel desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
[benadeelde 47]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 47] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 500,00 ingediend tegen verdachte wegens de immateriële schade die zij als gevolg van de onder 6 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering af te wijzen, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de schade rechtstreeks voortvloeit uit de onder 6 en 8 bewezen verklaarde feiten. Vergoeding van de immateriële schade komt de rechtbank billijk voor gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De vordering zal dan ook geheel worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
[benadeelde 66]
De vordering
De benadeelde partij [benadeelde 66] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 21,95 ingediend tegen verdachte wegens de materiële schade die hij als gevolg van het onder 6 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit een door hem via Marktplaats geleverde, maar niet betaalde hartslagmeter.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, nu dit feit niet ten laste is gelegd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft afwijzing van de vordering verzocht, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
Nu oplichting van de benadeelde partij ten aanzien van de hartslagmeter niet ten laste is gelegd, is er geen sprake van rechtstreekse schade, zodat de benadeelde partij om die reden niet kan worden ontvangen in zijn vordering. Hij kan de vordering desgewenst bij de civiele rechter aanhangig maken.
ABN AMRO
De vordering
De benadeelde partij ABN AMRO heeft een vordering tot schadevergoeding van € 62.117,41 ingediend tegen verdachte wegens de materiële schade die zij als gevolg van de onder 7 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit de schadeloosstelling van de ABN AMRO-klanten van de door verdachte overgeboekte bedragen en de kosten van onderzoeksuren.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsman de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren nu behandeling van de vordering, gelet op de hoogte en complexiteit ervan, een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Subsidiair heeft de raadsman afwijzing van de vordering verzocht, nu deze onvoldoende is onderbouwd. Meer subsidiair heeft de raadsman matiging van het gevorderde bedrag aan onderzoeksuren verzocht, nu deze onvoldoende zijn gespecificeerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van € 59.617,41 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 7 en 8 bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening. Voor het overige deel (€ 2.500,00) wijst de rechtbank de vordering af, nu de ABN AMRO blijkens een door de benadeelde partij [benadeelde 65] overgelegd bankafschrift een aan die [benadeelde 65] onrechtmatig overgemaakt bedrag van € 2.500,00 reeds heeft teruggeboekt ten laste van die [benadeelde 65] . Deze schade heeft ABN AMRO derhalve niet geleden.
Zaaksdossier Metroid
[slachtoffer]
De vordering
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 21.933,02 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 9, 10 en 11 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 11.933,02 materiële schade en € 10.000,00 immateriële schade. Ook heeft [slachtoffer] vergoeding verzocht van de proceskosten die zij in het kader van de indiening van onderhavige vordering heeft gemaakt en nog zal maken, bestaande uit een bedrag van € 4.042,25.
De gestelde materiële schade bestaat blijkens het schadeonderbouwingsformulier uit:
1. Reiskosten ten behoeve van:
- het doen van aangiften en gesprekken met de politie op 17 januari 2017, 18 januari 2017, 28 januari 2017, 22 februari 2017, 24 augustus 2017 en 20 augustus 2018 (€ 54,15);
- gesprekken met mr. R.P. de Vries bij Van Till Advocaten op 16 januari 2017 en 8 februari 2017 (€ 61,60);
- een gesprek met mr. R.P. de Vries bij De Vries & Kasem Advocaten op 24 oktober 2017 (€ 24,32);
- het bijwonen van de zitting van de rechtbank Amsterdam in de zaak tegen [naam] op 20 december 2017 (€ 23,34);
- het bezoeken van een psycholoog (€ 59,50)
2. Advocaatkosten 2017
Dit betreffen blijkens de toelichting gemaakte kosten met betrekking tot onder meer de advisering van de benadeelde partij ten aanzien van de opsporing van verdachte, het nemen van beschermingsmaatregelen en het voeren van een civiele procedure tegen [naam] , mede teneinde de beelden van de website Dumpert.nl verwijderd te krijgen (€ 7.604,53).
3. Kosten onderzoeksbureau (€ 2.296,58)
4. Gederfde inkomsten als gevolg van het opnemen van vrije dagen (€ 1.809,00)
Met betrekking tot de hoogte van de gevorderde immateriële schade heeft de raadsman onder meer gewezen op een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 10 augustus 2011 in de zogenaamde ‘Majesteit’-zaak (ECLI:NL:RBAMS:2011:BT1877).
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
Primair heeft de raadsman de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren nu behandeling van de vordering, gelet op de hoogte en complexiteit ervan, een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Subsidiair heeft de raadsman ten aanzien van de materiële schade afwijzing van de ‘advocaatkosten 2017’ en de ‘kosten onderzoeksbureau’ verzocht en matiging van de reiskosten en kosten wegens gederfde inkomsten. De raadsman heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
De ‘advocaatkosten 2017’ betreffen blijkens de toelichting onder meer advocaatkosten die zijn gemaakt in het kader van de civiele procedure tegen [naam] . Deze kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking, omdat deze onvoldoende verband houden met onderhavige strafzaak. Daarnaast is niet inzichtelijk gemaakt welk deel van de gevorderde advocaatkosten betrekking heeft op de civiele procedure, zodat om die reden de gehele vordering die op deze kosten betrekking heeft dient te worden afgewezen.
Ook de gevorderde ‘kosten onderzoeksbureau’ dienen te worden afgewezen, nu deze kosten blijkens het vonnis van de civiele rechter in de procedure tegen [naam] reeds door [naam] zijn vergoed, althans in het door [naam] aan [slachtoffer] betaalde bedrag van € 4.566,95 moeten worden geacht te zijn begrepen (vonnis van de rechtbank Amsterdam van 2 februari 2018).
De gevorderde reiskosten alsmede de gestelde kosten wegens gederfd inkomen dienen te worden gematigd, nu de reiskosten niet zijn onderbouwd en ten aanzien van de gederfde inkomsten de noodzaak tot het opnemen van vrije dagen onvoldoende is onderbouwd, met uitzondering van de dagen dat [slachtoffer] aantoonbaar op het politiebureau is geweest.
Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsman subsidiair verzocht de vordering te matigen. Hij heeft daartoe aangevoerd dat uit de brief van de psycholoog blijkt dat het trauma van [slachtoffer] vooral is gelegen in de plaatsing van het filmpje op Dumpert.nl. De civiele rechter heeft in voornoemd vonnis reeds bepaald dat [naam] voor deze schade aansprakelijk kan worden gesteld. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat het bij psychologische schade dient te gaan om aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische schade. Gevoelens van angst, schrik, onzekerheid en nervositeit vallen hier niet onder.
De raadsman heeft tot slot verzocht te bepalen dat een eventueel op te leggen schadevergoedingsmaatregel in delen kan worden voldaan.
Oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de materiele schade die [slachtoffer] heeft geleden toewijsbaar is zoals hieronder weergegeven:
1. Reiskosten
- in verband met het doen van aangiften en gesprekken met de politie op 17 januari 2017, 18 januari 2017, 28 januari 2017, 22 februari 2017, 24 augustus 2017 en 20 augustus 2018, zijnde een totaalbedrag van € 54,15;
- in verband met gesprekken met mr. R.P. de Vries bij Van Till Advocaten op 16 januari 2017, zijnde een totaalbedrag van € 30,80;
- in verband met een gesprek met mr. R.P. de Vries bij De Vries & Kasem Advocaten op 24 oktober 2017, zijnde een bedrag van € 24,32, en
- in verband met het bezoeken van een psycholoog (€ 59,50).
De rechtbank zal de vordering die ziet op de gemaakte reiskosten derhalve toewijzen tot een (totaal)bedrag van € 168,77.
2. Advocaatkosten 2017
De gevorderde advocaatkosten over het jaar 2017, ten bedrage van € 7.604,53, houden blijkens de onderbouwing van dit gedeelte van de vordering en de bijgevoegde nota’s verband met de procedure die [slachtoffer] tegen [naam] (de exploitant van Dumpert.nl) heeft gevoerd voor de kantonrechter. In deze procedure is op 2 februari 2018 een vonnis gewezen, waarin de kantonrechter de plaatsing van het filmpje van [slachtoffer] door [naam] onrechtmatig heeft geoordeeld en de proceskosten heeft gecompenseerd, in die zin dat elke partij de eigen kosten diende te dragen. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de in die procedure gemaakte advocaatkosten in deze strafzaak tegen verdachte niet (alsnog) als materiële schade worden opgevoerd. Deze kosten staan in onvoldoende rechtstreeks verband met hetgeen bewezen wordt verklaard om voor toewijzing in aanmerking te komen.
3. Kosten onderzoeksbureau
De rechtbank wijst af de vordering tot vergoeding van de kosten van het ingeschakelde onderzoeksbureau [naam onderzoeksbureau] , nu deze kosten blijkens het vonnis van de kantonrechter van 2 februari 2018 geacht moeten worden te zijn begrepen in het bedrag van
€ 4.566,95 dat [naam] reeds aan [slachtoffer] heeft betaald.
4. Gederfde inkomsten
De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van de gederfde inkomsten wegens het opnemen van verlof geheel toewijzen tot het bedrag van € 1.809,00, nu deze vordering voldoende is onderbouwd.
Immateriële schade
Op de vaststelling van de immateriële schade is (net als bij de materiële schade) het civiele recht van toepassing. Artikel 6:106 Burgerlijk Wetboek bepaalt dat immateriële schade voor vergoeding in aanmerking komt indien:
a. de aansprakelijke persoon het oogmerk had dergelijke schade toe te brengen, en
b. de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast.
Deze schadevergoeding wordt vastgesteld naar billijkheid, zodat rekening kan worden gehouden met de omstandigheden van het geval.
In gevallen dat seksueel getint privé-beeldmateriaal zonder toestemming door middel van hacking wordt verkregen en vervolgens publiekelijk openbaar wordt gemaakt, behoeft het naar het oordeel van de rechtbank geen uitleg dat de privacy van de benadeelde is aangetast.
Daarnaast heeft verdachte er in onderhavige zaak blijk van gegeven het oogmerk te hebben gehad psychische schade aan die [slachtoffer] toe te brengen door zijn herhaalde dreigingen het beeldmateriaal op internet te plaatsen als [slachtoffer] en [slachtoffer 2] hem geen bitcoins en/of geld zouden betalen.
Dit handelen van verdachte heeft, zo volgt ook uit de ter zitting voorgelezen verklaring van [slachtoffer] , een enorme psychische impact op [slachtoffer] en haar omgeving gehad, vanwege de vergaande inbreuk op haar privacy, de schaamtegevoelens ten opzichte van degenen die het beeldmateriaal onder ogen hebben gekregen en de voortdurende angst dat dit in de toekomst mogelijk (opnieuw) te zien zal zijn op internet. Hoewel in beginsel zal moeten vaststaan dat de benadeelde geestelijk letsel van min of meer ernstige aard heeft opgelopen, is naar het oordeel van de rechtbank voor het toekennen van een vergoeding voor immateriële schade niet vereist dat (aantoonbaar) sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Met de door [slachtoffer] ter zitting gegeven toelichting en de door haar overgelegde schriftelijke verklaringen van psycholoog [naam psycholoog] , is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd dat als gevolg van verdachtes handelen deze psychische schade is ontstaan.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat een substantiële immateriële schadevergoeding op zijn plaats is. Bij het bepalen van de hoogte van het bedrag heeft de rechtbank acht geslagen op bedragen die in min of meer vergelijkbare zaken zijn toegekend en heeft de rechtbank ook in aanmerking genomen dat het gewraakte filmpje, anders dan in bijvoorbeeld de ‘Majesteit’-zaak, eenmaal en relatief kort online heeft gestaan en tot op heden niet is gebleken dat dit verder is verspreid. Alles afwegende komt vergoeding van de immateriële schade tot een bedrag van € 6.000,00 billijk voor. De vordering tot vergoeding van de immateriële schade zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen.
Proceskosten
Naar het oordeel van de rechtbank komen de opgevoerde proceskosten enkel in aanmerking voor vergoeding volgens het liquidatietarief. Aansluiting wordt gezocht bij het in Nederlandse civiele procedures voor kosten van rechtsbijstand gebruikelijke liquidatietarief voor kantonzaken geldend vanaf 1 januari 2019. Daarbij wordt de hoogte van het te vergoeden bedrag gebaseerd op het (totale) bedrag dat ter zake van materiële en immateriële schade wordt gevorderd, ongeacht of dat bedrag voor toewijzing vatbaar is. Het salaris wordt berekend aan de hand van een puntenstelsel, waarbij voor het opstellen en indienen van een voegingsformulier één punt wordt gehanteerd en voor de aanwezigheid op de zitting ook één punt wordt toegekend. De benadeelde partij vordert schadevergoeding van in totaal
€ 21.933,02 . Voor bedragen tussen € 20.000,= en € 40.000,= wordt per punt een salaris toegekend van € 360,= . De rechtbank zal een bedrag van € 720,= toekennen ter zake van kosten voor rechtsbijstand en zal het meer gevorderde afwijzen.
Dit geldt ook voor de ‘nog te verwachten juridische kosten’ waarvoor een bedrag van€ 1.996,50 is gevorderd. Deze toekomstige kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Conclusie
De rechtbank wijst toe de vordering van [slachtoffer] tot vergoeding van de materiële schade tot een bedrag van € 1.977,77 en van de immateriële schade tot een bedrag van € 6.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening. Tevens wijst de rechtbank toe de vordering van [slachtoffer] tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 720,-.
De vordering wordt voor het overige niet-ontvankelijk verklaard. [slachtoffer] kan dit deel van de vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanhangig maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet geen aanleiding termijnbetalingen te bepalen, zoals door de verdediging is verzocht. Op dit vlak kan verdachte te zijner tijd desgewenst in overleg treden met het CJIB.
[slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.329,14 ingediend tegen verdachte wegens de materiële en immateriële schade die hij als gevolg van de onder 9, 10 en 11 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit € 54,14 materiële schade, bestaande uit reiskosten ten behoeve van een gesprek met mr. R.P. de Vries op 16 januari 2017 en de zitting bij de rechtbank Amsterdam in de civiele procedure tegen [naam] , en € 1.275,00 immateriële schade.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gehele toewijzing van de vordering verzocht.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade tot een bedrag van €30,80 rechtstreeks voortvloeit uit de onder 9, 10 en 11 bewezen verklaarde feiten. De vordering zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen. Voor het overige acht de rechtbank de vordering niet-ontvankelijk, nu deze kosten onvoldoende verband houden met onderhavige strafzaak.
Voorts komt de rechtbank vergoeding van de immateriële schade gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting tot een bedrag van € 750,00 billijk voor. De vordering tot vergoeding van de immateriële schade zal dan ook tot dit bedrag worden toegewezen.
[slachtoffer 2] kan de overige gedeelten van zijn vordering desgewenst bij de burgerlijke rechter aanhangig maken.
De materiele en immateriële schadevergoeding dient te worden vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening.
Schadevergoedingsmaatregel en voorlopige hechtenis
De rechtbank zal aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van de toe te wijzen bedragen ten behoeve van genoemde benadeelde partijen. De proceskostenvergoeding valt hier niet onder. De vervangende hechtenis zal worden gemaximeerd op één jaar (art. 60a juncto 24c lid 3 Sr) en zal verhoudingsgewijs over de verschillende op te leggen schadevergoedingsmaatregelen worden verdeeld.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
10 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van DERTIG (30) maanden en
beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot tien (10) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie (3) jaren;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich dient te melden op afspraken bij Reclassering Nederland op het adres: Eekbrouwersweg 6, 5233 VG in ’s-Hertogenbosch , zo vaak en zolang de reclassering dat noodzakelijk vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren.
- inzicht dient te geven in zijn computergedrag en internetgedrag, zo frequent en zo lang de reclassering dit noodzakelijk wacht, waarbij hij dient mee te werken aan gesprekken over zijn beweegredenen hieromtrent;
- zich dient te onthouden van gedrag dat plaatsvindt in een digitale omgeving waarin over oplichting dan wel frauduleuze zaken wordt gecommuniceerd in het bijzonder Telegram en het Darkweb;
- transparant dient te zijn omtrent het zoeken naar werk en sollicitaties, waarbij de reclassering indien er risicogedrag wordt geconstateerd, contact mag opnemen met zijn (toekomstige) werkgever, zo frequent en zolang de reclassering dit nodig acht;
- dient mee te werken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan de schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen, waarbij verdachte de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden;
- op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] zo lang het Openbaar Ministerie dit noodzakelijk acht, waarbij de politie toeziet op de handhaving van dit contactverbod;
geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
verklaart verbeurd:
1. stk LAPTOP (omschrijving: Lenovo)
1. stk LAPTOP (omschrijving: HP)
1. stk Externe HD (omschrijving: Samsung)
1. stk GSM (omschrijving GSM);
Vorderingen benadeelde partijen
Zaaksdossier Croft
[benadeelde 4]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 93,-, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 4] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 93,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 6]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 200,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 21 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 6] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 6] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 200,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 3 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 augustus 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 11]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 700,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 24 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 11] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 11] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 700,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 11 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
[benadeelde 16]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 85,25, bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 22 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 16] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 16] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 85,25, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 september 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 19]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 19] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 19] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 oktober 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
Zaaksdossier Donkey Kong
[benadeelde 65]
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
[benadeelde 33]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 500,-, als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 33] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
wijst af het gevorderde met betrekking tot de vergoeding van de materiële schade;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 33] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,- bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 35]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 55,- bestaande uit materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 35] voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 35] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 55,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 41]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 41] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 41] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 47]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde 47] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [benadeelde 47] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 8 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[benadeelde 66]
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
ABN AMRO
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij ABN AMRO geleden schade tot een bedrag van € 59.617,41, bestaande uit vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan ABN AMRO, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
wijst af het meer of anders gevorderde;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer ABN AMRO de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 59.617,14, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 246 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
Zaaksdossier Metroid
[slachtoffer]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 7.977,77 bestaande uit € 1.977,77 als vergoeding voor de materiële en € 6.000,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vastgesteld op € 720,-, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.977,77, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 58 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij;
[slachtoffer 2]
wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij geleden schade tot een bedrag van € 780,80, bestaande uit € 30,80 als vergoeding voor de materiële en € 750,- als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 780,80, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 12 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 januari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.S. Lamboo, voorzitter,
mr. C.O. Markenstein en mr. E.M. van Poecke, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.C.M. Martens, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 januari 2019.