Einde inhoudsopgave
Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland, en de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen
Artikel 38
Geldend
Geldend vanaf 26-03-1995
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 1995, 75).
- Bronpublicatie:
19-06-1990, Trb. 1990, 145 (uitgifte: 19-10-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-03-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-1995, Trb. 1995, 75 (uitgifte: 01-01-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij verstrekt iedere andere Overeenkomstsluitende Partij desgevraagd beschikbare gegevens betreffende de individuele asielzoeker welke noodzakelijk zijn voor:
- —
het vaststellen van de voor de behandeling van het asielverzoek verantwoordelijke Overeenkomstsluitende Partij;
- —
de behandeling van het asielverzoek;
- —
de uitvoering van de uit dit Hoofdstuk voortvloeiende verplichtingen.
2.
Deze gegevens hebben uitsluitend betrekking op:
- a.
de identiteit (naam, voornaam, eventueel vroegere naam, bijnaam of alias, geboortedatum, geboorteplaats, huidige en vorige nationaliteit van de asielzoeker en, in voorkomend geval, diens familieleden);
- b.
de identiteitsbewijzen en reisdocumenten (nummer, geldigheidsduur, data van afgifte, afgevende autoriteit, plaats van afgifte, enz.);
- c.
andere voor identificatie dienstige gegevens;
- d.
de verblijfplaatsen en reisroutes;
- e.
de door een Overeenkomstsluitende Partij afgegeven verblijfstitels of visa;
- f.
de plaats waar het asielverzoek werd ingediend;
- g.
eventueel de datum waarop een eerder asielverzoek werd ingediend, de datum waarop het huidige asielverzoek is ingediend, de stand van de procedure, de strekking van de genomen beslissing.
3.
Bovendien kan een Overeenkomstsluitende Partij een andere Overeenkomstsluitende Partij verzoeken haar mededeling te doen van de door de asielzoeker opgegeven redenen ter staving van zijn verzoek en, in voorkomend geval, de redenen van de jegens hem genomen beslissing. De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij beoordeelt of zij aan het tot haar gerichte verzoek gevolg kan geven. In ieder geval is voor het verstrekken van deze gegevens de toestemming van de asielzoeker vereist.
4.
De gegevensverstrekking vindt plaats op verzoek van een Overeenkomstsluitende Partij en mag slechts geschieden tussen de autoriteiten, wier aanwijzing door iedere Overeenkomstsluitende Partij ter kennis van het Uitvoerend Comité wordt gebracht.
5.
De verstrekte gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de doeleinden als bedoeld in lid 1. Deze gegevens worden uitsluitend verstrekt aan de instanties en gerechtelijke autoriteiten die belast zijn met:
- —
het vaststellen van de voor de behandeling van het asielverzoek verantwoordelijke Overeenkomstsluitende Partij;
- —
de behandeling van het asielverzoek;
- —
de uitvoering van de uit dit Hoofdstuk voortvloeiende verplichtingen.
6.
De Overeenkomstsluitende Partij die de gegevens verstrekt, ziet erop toe dat deze juist en actueel zijn.
Wanneer blijkt dat deze Overeenkomstsluitende Partij gegevens heeft verstrekt die onjuist zijn of niet hadden mogen worden verstrekt, wordt dit de ontvangende Overeenkomstsluitende Partijen onverwijld medegedeeld. Zij zijn verplicht deze gegevens te verbeteren of te vernietigen.
7.
Een asielzoeker heeft het recht desgevraagd kennis te nemen van de op hem betrekking hebbende verstrekte gegevens, zolang deze beschikbaar zijn.
Indien hij vaststelt dat deze gegevens onjuist zijn of niet hadden mogen worden verstrekt, heeft hij het recht de verbetering of vernietiging daarvan te verlangen. Dit recht wordt uitgeoefend onder de voorwaarden als bedoeld in lid 6.
8.
In iedere Overeenkomstsluitende Partij wordt van de verstrekking en ontvangst van de verstrekte gegevens aantekening gehouden.
9.
De verstrekte gegevens worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor de doeleinden waartoe de verstrekking heeft plaatsgevonden. De noodzaak tot bewaren van de verstrekte gegevens dient door de desbetreffende Overeenkomstsluitende Partij op het daartoe geschikte tijdstip te worden getoetst.
10.
Voor de verstrekte gegevens geldt tenminste dezelfde bescherming als die waarin het recht van de ontvangende Overeenkomstsluitende Partij voor soortgelijke gegevens voorziet.
11.
Wanneer de gegevens niet in een geautomatiseerde registratie, doch anderszins worden verwerkt, treffen de Overeenkomstsluitende Partijen passende maatregelen, opdat de naleving van dit artikel door middel van een doeltreffend toezicht wordt gewaarborgd. Wanneer een Overeenkomstsluitende Partij een controle-autoriteit als bedoeld in lid 12 heeft, kan zij deze met dit toezicht belasten.
12.
Wanneer één of meer Overeenkomstsluitende Partijen de verwerking van alle of van een gedeelte van de in de leden 2 en 3 bedoelde gegevens willen automatiseren, is dit slechts toegestaan indien de betrokken Overeenkomstsluitende Partijen wettelijke bepalingen betreffende deze verwerking hebben aangenomen waardoor uitvoering wordt gegeven aan de beginselen van het Verdrag van de Raad van Europa van 28 januari 1981 tot bescherming van het individu in verband met de geautomatiseerde registratie van persoonsgegevens en zij een passende controle-autoriteit hebben aangewezen die belast is met de onafhankelijke controle op de verwerking en het gebruik van de op grond van deze Overeenkomst verstrekte gegevens.