Belastingadvies 2024/11-12.8
Dwaling niet aannemelijk gemaakt: navordering schenkbelasting terecht
Rb. Zeeland-West-Brabant 03-04-2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2145
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
3 april 2024
- Zaaknummer
BRE 21/2567 en BRE 21/2568
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS964954:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Schenk- en erfbelasting / Schenkbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZWB:2024:2145, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03‑04‑2024
- Wetingang
Essentie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen sprake is van wederzijdse dwaling. Het beroep op vernietiging van de schenkingsovereenkomst wegens wederzijdse dwaling moet worden geacht te zijn voorgewend.
Samenvatting
A en B, de ouders van belanghebbende X, schenken op 29 september 2014 25 certificaten van de aandelen in Z BV aan ieder van hun drie kinderen. Hierbij wordt de BOR toegepast. Na het overlijden van vader begin 2017, ondertekenen moeder en kinderen in mei 2017 een overeenkomst ter zake van dwaling, waarin staat dat partijen zich niet bewust zijn geweest dat de onderneming binnen vijf jaar failliet zou kunnen gaan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.