Einde inhoudsopgave
Successiebelastingverordening 1908 [Curaçao]
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Deze landsverordening verkrijgt de status van landsverordening van Curaçao. Voorheen landsverordening van de Nederlandse Antillen. De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-12-2001 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 87 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt krachtens art. 2 van de Eilandsverordening vaststelling diverse landsverordeningen Curaçao tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
De in de Nederlandse Antillen gelegen onroerende zaken en de rechten waaraan deze zijn onderworpen, behoorende aan een niet-ingezetene van de Nederlandse Antillen, welke door hem binnen het jaar aan zijn overlijden voorafgegaan zijn afgestaan of overgedragen, anders dan bij schenking of welke binnen dien tijd bij verdeling aan anderen zijn toegedeeld en hetzij vóór, hetzij binnen een jaar na zijn overlijden door scheiding, afstand of overdracht zijn of worden verkregen door een of meer zijner erfgenamen, bloed- of aanverwanten tot den vierden graad ingesloten of door hunne echtgenooten, worden voor de heffing der overgangsbelasting geacht door deze van den overledene bij legaat verkregen te zijn.
De wegens de overdracht betaalde belasting strekt in mindering van de verschuldigde overgangsbelasting.
Artikel 13, eerste lid is ten aanzien van de in dit artikel bedoelde goederen toepasselijk.