Handhaving van privaatrecht door toezichthouders
Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/3.4.3.1:3.4.3.1 Inleiding
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/3.4.3.1
3.4.3.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS445770:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Danopoulos 2009, p. 99.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De juridische basis voor geschilbeslechting tussen aanbieders en ondernemingen is te vinden in artikel 20 van de Kaderrichtlijn. De regels inzake het beslechten van geschillen tussen aanbieders waren in de oude Tw van 1998 opgenomen in de hoofdstukken 3, 6 en 8. Kort gezegd hadden deze hoofdstukken betrekking op geschillen over het delen van antenne-opstelpunten, antennesystemen of antennes, interconnectie en toegang tot voorwaardelijke toegangssystemen.1 In de hoofdstukken 7 en 12 van de oude Tw uit 1998 waren de regels te vinden met betrekking tot geschillen waarbij gebruikers, zoals consumenten en andere eindgebruikers, waren betrokken.2 In de Tw van 2004 is de geschilbeslechtende bevoegdheid van de ACM, met uitzondering van interconnectie en geschillen met betrekking tot de aanleg en instandhouding van kabels, in één algemeen artikel samengevoegd, namelijk artikel 12.2 Tw.3
In artikel 6.2 Tw is daarnaast met betrekking tot interconnectie een specifieke geschilbeslechtende bevoegdheid voor de ACM neergelegd. Zoals hierboven beschreven, dienen partijen met betrekking tot interconnectie met elkaar in onderhandeling te treden omtrent toegang teneinde tot het sluiten van een overeenkomst te komen. De ACM kan op verzoek van één van de partijen een aanbieder van elektronische communicatiediensten voorschriften geven met betrekking tot de wijze waarop de onderhandelingen gevoerd moeten worden. Als de onderhandelingen niet resulteren in een overeenkomst als bedoeld in artikel 6.1 Tw, kan op grond van artikel 6.2 Tw het geschil vervolgens worden voorgelegd aan de ACM. De ACM kan dan één van de partijen verplichten de door de aanvrager gewenste eind- tot eindverbinding tot stand te brengen en te waarborgen, onder door de ACM te stellen voorwaarden.