RAV 2017/104
Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Wanprestatie jegens vennootschap tevens onrechtmatige daad jegens commanditaire vennoten?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/02960
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS927699:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Juridische beroepen / Advocaat
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2444, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:407, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2016
- Wetingang
Art. 7:401 BW; art. 20 lid 2 en 3 WvK
Essentie
Beroepsaansprakelijkheid advocaat. Advisering door advocaat aan commanditaire vennootschap met tegenstrijdig belang tussen beherend en commanditaire vennoten.
Waartoe is de advocaat gehouden? Wanprestatie jegens vennootschap tevens onrechtmatige daad jegens commanditaire vennoten?
Samenvatting
Een moeder- en dochtervennootschap, resp. A en B (A is enig aandeelhouder en bestuurder van B), besluiten een beleggingsobject in Warmond te ontwikkelen (de bouw en verkoop van een appartementencomplex). Zij geven dit vorm door het oprichten van een commanditaire vennootschap (de CV). Bestuurder en beherend vennoot van de CV wordt D, een door B opgerichte vennootschap (waarvan B enig aandeelhouder en bestuurder is). In december 2002 ...