NJF 2009, 335
Procesrecht. Onvoldoende belang bij vordering tot verklaring voor recht dat bank bij overboeking onrechtmatig heeft gehandeld.
Hof Arnhem 28-04-2009, ECLI:NL:GHARN:2009:BI5038
- Instantie
Hof Arnhem
- Datum
28 april 2009
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.A. van Rossum, R.A. van der Pol
- Zaaknummer
200.017.429
- LJN
BI5038
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARN:2009:BI5038, Uitspraak, Hof Arnhem, 28‑04‑2009
- Wetingang
BW art. 3:303
Essentie
Procesrecht. Onvoldoende belang bij vordering tot verklaring voor recht dat bank bij overboeking onrechtmatig heeft gehandeld.
Samenvatting
Appellante vordert een verklaring voor recht dat bank onrechtmatig heeft gehandeld, door in opdracht van enkel haar bewindvoerder een bedrag van € 1.382.358 over te maken, terwijl naar de opvatting van appellante de bewindvoerder daartoe niet bevoegd was. Appellante heeft niet tevens vergoeding van de door haar geleden schade gevorderd, op grond van het motief dat na verkrijging van de gevorderde verklaring, met de bank verder over het vervolg zou worden ‘gecommuniceerd’. Hof stelt als uitgangspunt voorop dat voor het belang bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.