Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 3 Algemene Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 02-06-2010
- Redactionele toelichting
Dit artikel is gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2010, 36).
- Bronpublicatie:
08-05-2007, Trb. 2007, 107 (uitgifte: 02-07-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-06-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-06-2010, Trb. 2010, 178 (uitgifte: 15-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Voor de toepassing van dit Verdrag, tenzij de context anders vereist:
- a.
betekenen de uitdrukkingen ‘een Verdragsluitende Staat’ en ‘de andere Verdragsluitende Staat’ het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland) of de Verenigde Arabische Emiraten, naargelang de context vereist;
- b.
betekent de uitdrukking ‘Nederland’ het deel van het Koninkrijk der Nederlanden dat in Europa is gelegen, met inbegrip van zijn territoriale zee en elk gebied buiten de territoriale zee waarbinnen Nederland, in overeenstemming met het internationale recht, rechtsbevoegdheid heeft of soevereine rechten uitoefent;
- c.
betekent de uitdrukking ‘de Verenigde Arabische Emiraten’ de Verenigde Arabische Emiraten en, indien gebezigd in de geografische betekenis, het gebied ter zake waarvan de Verenigde Arabische Emiraten soevereiniteit hebben, met inbegrip van hun territoriale zee alsmede de gebieden waarbinnen de Verenigde Arabische Emiraten in overeenstemming met het internationale recht rechtsbevoegdheid hebben of soevereine rechten uitoefenen;
- d.
omvat de uitdrukking ‘persoon’ een natuurlijke persoon, een lichaam en elke andere vereniging van personen;
- e.
betekent de uitdrukking ‘lichaam’ elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;
- f.
heeft de uitdrukking ‘onderneming’ betrekking op het uitoefenen van een bedrijf;
- g.
betekenen de uitdrukkingen ‘onderneming van een Verdragsluitende Staat’ en ‘onderneming van de andere Verdragsluitende Staat’ onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een Verdragsluitende Staat en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat;
- h.
betekent de uitdrukking ‘internationaal verkeer’ alle vervoer met een schip of luchtvaartuig, geëxploiteerd door een onderneming van een Verdragsluitende Staat, behalve wanneer het schip of luchtvaartuig uitsluitend wordt geëxploiteerd tussen plaatsen die in de andere Verdragsluitende Staat zijn gelegen;
- i.
betekent de uitdrukking ‘onderdaan’:
- i.
wat Nederland betreft: elke natuurlijke persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit en elke rechtspersoon, vennootschap of vereniging die zijn of haar rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving die in Nederland van kracht is;
- II.
wat de Verenigde Arabische Emiraten betreft: elke natuurlijke persoon die de nationaliteit van de Verenigde Arabische Emiraten bezit en elke rechtspersoon, vennootschap en elk ander rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam die of dat zijn rechtspositie als zodanig ontleent aan de wetgeving van de Verenigde Arabische Emiraten;
- j.
betekent de uitdrukking ‘bevoegde autoriteit’:
- i.
in Nederland: de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- ii.
in de Verenigde Arabische Emiraten: de minister van Financiën en Industrie of zijn bevoegde vertegenwoordiger;
- k.
omvat de uitdrukking ‘uitoefenen van een bedrijf’ mede het uitoefenen van een vrij beroep en het verrichten van andere werkzaamheden van zelfstandige aard.
2.
Voor de toepassing van het Verdrag door een Verdragsluitende Staat op enig moment heeft, tenzij de context anders vereist, elke daarin niet omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat moment heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop het Verdrag van toepassing is, waarbij elke betekenis volgens de toepasselijke belastingwetgeving van die Staat prevaleert boven een betekenis die volgens andere wetgeving van die Staat aan die uitdrukking wordt gegeven.