Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/1.4.1:1.4.1 Alternatief voor grensoverschrijdende juridische splitsing
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/1.4.1
1.4.1 Alternatief voor grensoverschrijdende juridische splitsing
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS439396:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een grensoverschrijdende zetelverplaatsing kan een alternatief zijn voor grensoverschrijdende juridische splitsing. Het begrip ‘zetel’ moet in dit verband ruim worden opgevat: het omvat niet alleen de statutaire zetel, de zetel die de vennootschap heeft krachtens haar statuten, maar ook de werkelijke zetel, het hoofdbestuur of de plaats van waaruit de vennootschap wordt bestuurd. Vier soorten zetelverplaatsingen kunnen worden onderscheiden:
de verplaatsing van de werkelijke zetel (het hoofdbestuur) binnen de grenzen van één staat;
de verplaatsing van de statutaire zetel binnen de grenzen van één staat;
de verplaatsing van de werkelijke zetel naar een andere staat, en
de verplaatsing van de statutaire zetel naar een andere staat.
Bij de laatste twee (grensoverschrijdende) verplaatsingen kan een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds (i) zetelverplaatsingen zonder dat het op de vennootschap toepasselijke recht, de lex societatis, wijzigt en anderzijds (ii) grensoverschrijdende zetelverplaatsingen waarbij de lex societatis wel wijzigt.
De grensoverschrijdende zetelverplaatsing van een vennootschap met wijziging van het op de vennootschap toepasselijke recht – de lex societatis – kan ook wel worden aangeduid als ‘grensoverschrijdende omzetting’: de rechtshandeling waarbij de vennootschap zich losmaakt van het recht van de staat waardoor het tot het moment van de zetelverplaatsing werd beheerst – de ‘uitreisstaat’ of ‘outbound-staat’ – en na de omzetting wordt beheerst door het recht van de staat waarnaartoe de zetel is verplaatst – de ‘inreisstaat’ of ‘inbound-staat’. Hierbij wisselt de vennootschap van ‘nationaliteit’.
Een grensoverschrijdende zetelverplaatsing, al dan niet met wijziging van de lex societatis, kan een alternatief zijn voor een grensoverschrijdende juridische splitsing wanneer het doel is dat vermogensbestanddelen gaan toebehoren aan een vennootschap welke wordt beheerst door het recht van een andere staat. Het resultaat is vergelijkbaar met een grensoverschrijdende splitsing: vermogensbestanddelen behoren na de zetelverplaatsing tot een – vanuit het oogpunt van de beginsituatie – vennootschap, welke wordt beheerst door het recht van een andere staat. Indien de lex societatis niet wijzigt, blijven de vermogensbestanddelen echter wel toebehoren aan dezelfde vennootschap waarop het recht van dezelfde staat van toepassing blijft.
Bij een grensoverschrijdende zetelverplaatsing (met wijziging van de lex societatis) vindt, in tegenstelling tot bij grensoverschrijdende juridische splitsing, geen vermogensovergang onder algemene titel plaats. De afwezigheid van een vermogensovergang kan civielrechtelijk gezien een voordeel zijn, omdat de vermogensbestanddelen of rechtsverhoudingen die niet onder algemene titel kunnen overgaan toch na de grensoverschrijdende omzetting uiteindelijk toebehoren aan een vennootschap waarop het recht van een andere staat van toepassing is, fiscaalrechtelijk zijn ook voordelen verbonden aan de afwezigheid van een vermogensovergang onder algemene titel. Een nadeel van de afwezigheid van een vermogensovergang, is dat geen splitsing van vermogen kan plaatsvinden en dat geen keuze gemaakt kan worden tussen vermogensbestanddelen die uiteindelijk zullen toebehoren aan de verkrijgende vennootschap of vennootschappen en vermogensbestanddelen die eventueel worden behouden door de splitsende vennootschap, hetgeen wel mogelijk is bij een grensoverschrijdende zuivere splitsing, respectievelijk afsplitsing. Om de splitsing van het vermogen te bewerkstellingen moeten aanvullende rechtshandelingen worden verricht, zoals een splitsing in de outbound-staat of een splitsing in de inbound-staat.