NJ 2015/86
Betekening aan verdachte die deelneemt aan penitentiair programma.
HR 04-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3094, m.nt. B.F. Keulen
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 november 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/00966
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS127995:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3094, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1499, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑08‑2013
- Wetingang
Art. 588 Sv
Essentie
Nu aan een deelnemer aan een penitentiair programma niet zijn vrijheid is ontnomen als bedoeld in art. 588 lid 1 onder a Sv hebben, is het in deze bepaling vervatte voorschrift niet van toepassing indien het gaat om de uitreiking van gerechtelijke mededelingen aan een verdachte die deelneemt aan een penitentiair programma, ook niet als hij in verband daarmee onder elektronisch toezicht is gesteld.
Als een verdachte deelneemt aan een penitentiair programma, moet worden aangenomen dat hij over een verblijfadres beschikt dat bij de overheid bekend is. Indien dit verblijfadres niet het GBA-adres van de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.