Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 11.1
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2021
- Bronpublicatie:
22-04-2021, Stcrt. 2021, 201619 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: ACM/UIT/550794)
- Inwerkingtreding
30-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-04-2021, Stcrt. 2021, 201619 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: ACM/UIT/550794)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voorziet dat een BRP niet langer in staat zal zijn, zijn verplichtingen na te komen of voor een BRP de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is uitgesproken, surséance van betaling is verleend, respectievelijk faillissement is uitgesproken, pleegt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet overleg met de Autoriteit Consument en Markt.
2.
In het in het eerste lid bedoelde overleg wordt bepaald of en zo ja onder welke voorwaarden de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de BRP of diens curator of bewindvoerder het volgende kan respectievelijk moet aanbieden:
- a.
de intrekking van de erkenning als BRP op te schorten, en
- b.
voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor het borgen van de economische stabiliteit van het systeem garant te staan voor de kosten van inkoop van de elektriciteit en balancering en eventuele andere aan deze opschorting gerelateerde kosten tegen de door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet te stellen voorwaarden voor de garantstelling tijdens deze tijdelijke voortzetting.
3.
Afhankelijk van het resultaat van het in het eerste lid bedoelde overleg treedt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet in overleg met de betreffende BRP of diens curator of bewindvoerder en kan hij een aanbod doen tot het afgeven van een garantie als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet staat maximaal tien werkdagen garant voor de kosten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b.
4.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet neemt de te zijnen laste blijvende kosten, gemaakt ter uitvoering van de in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde garantstelling, op in zijn tarieven.