NJB 2013/616:Vertegenwoordiging. Een directeur van een besloten vennootschap ondertekent een schuldbekentenis waarin niet de besloten vennootschap, maar hijzelf als schuldenaar wordt genoemd. Hij betoogt dat de schuldbekentenis namens de besloten vennootschap is gedaan. Het hof overweegt dat de directeur niets heeft gesteld waaruit volgt dat de wederpartij dat wist of moest begrijpen. HR: Onbegrijpelijk oordeel. Gelet op de stellingen van de directeur, (onder meer) dat de schuldbekentenis is gedaan in het kader van de verkoop van de kapsalon van de besloten vennootschap aan de wederpartij, en, naar de wederpartij wist, zag op aanslagen van het UWV en de Belastingdienst ten laste van de besloten vennootschap, is het oordeel van het hof onbegrijpelijk