NJ 2018/237
Auteursrecht op software; vereisten bescherming ‘voorbereidend materiaal’ als bedoeld in art. 1 lid 2 Softwarerichtlijn (2009/24/EG). Proceskostenveroordeling op voet art. 1019h Rv; gemengde grondslag.
HR 19-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:56, m.nt. J.H. Spoor
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 januari 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02711
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Noot
J.H. Spoor
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110973:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Informatierecht / ICT
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:56, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:938, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑04‑2016
- Wetingang
Art. 1 lid 1 Softwarerichtlijn; art. 1019h Rv
Essentie
Auteursrecht op software; vereisten bescherming ‘voorbereidend materiaal’ als bedoeld in art. 1 lid 2 Softwarerichtlijn (2009/24/EG). Proceskostenveroordeling op voet art. 1019h Rv; gemengde grondslag.
Op grond van art. 1 lid 1 Softwarerichtlijn worden computerprogramma’s auteursrechtelijk beschermd als werken van letterkunde in de zin van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst, en omvat de term ‘computerprogramma’ tevens het voorbereidend materiaal. In zijn arresten van 22 december 2010, NJ 2011/289 (Softwarova) en 2 mei 2012, NJ 2013/270 (SAS/WPL), ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.