Einde inhoudsopgave
Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving
Artikel 34
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
07-07-2010, Stb. 2010, 338 (uitgifte: 01-09-2010, kamerstukken: 32020)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Indien de Raad bij landsverordening of bij wet is belast met advisering over de afhandeling van klachten als bedoeld in artikel 3, vierde lid, zijn het tweede tot en met zesde lid van dit artikel van toepassing.
2.
Het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 3, vierde lid, meldt aan de klager dat het advies van de Raad wordt ingewonnen.
3.
Het horen van de klager en het bestuursorgaan geschiedt door de Raad. De Raad kan het horen opdragen aan één van zijn leden.
4.
De Raad kan van het horen afzien indien de klacht kennelijk ongegrond is of indien de klager en het bestuursorgaan hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.
5.
De Raad zendt een rapport van bevindingen, vergezeld van een advies en eventuele aanbevelingen aan het bestuursorgaan dat is belast met beoordeling van de klacht. Het rapport bevat het verslag van het horen.
6.
Indien de conclusies van het bestuursorgaan afwijken van het advies, wordt in de conclusies de reden voor die afwijking vermeld en wordt het advies aan de klager toegezonden.