Vrijstellingsregeling afwijkend gebruik frequentieruimte IVD
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 04-06-2005
- Bronpublicatie:
25-05-2005, Stcrt. 2005, 104 (uitgifte: 02-06-2005, regelingnummer: WJZ5019424)
- Inwerkingtreding
04-06-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-05-2005, Stcrt. 2005, 104 (uitgifte: 02-06-2005, regelingnummer: WJZ5019424)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Bevoegd tot het bedienen van de apparatuur waarmee een afwijkend gebruik van de frequentieruimte kan worden gemaakt zijn de door het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst onderscheidenlijk de directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst aangewezen ambtenaren, die blijk hebben gegeven te beschikken over voldoende kennis betreffende de juridische, technische en operationele aspecten van het gebruik van de apparatuur.