BNB 2024/7
Verzoek om schadevergoeding. Doorbreking formele rechtskracht bij latere erkenning onrechtmatigheid WOZ-beschikkingen
HR 17-11-2023, ECLI:NL:HR:2023:1568, m.nt. F.J.P.M. Haas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 november 2023
- Magistraten
Mrs. Feteris, Wortel, Sieburgh, Van der Voort Maarschalk, Polak
- Zaaknummer
22/03769
- Conclusie
A-G Pauwels
- Noot
F.J.P.M. Haas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS937343:1
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1568, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑11‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:571, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 09‑06‑2023
- Wetingang
Art. 8:88 Awb
Essentie
Verzoek om schadevergoeding. Doorbreking formele rechtskracht bij latere erkenning onrechtmatigheid WOZ-beschikkingen
Samenvatting
De WOZ-waarde van belanghebbendes woning is voor de jaren 1995 t/m 2016 vastgesteld bij onherroepelijk geworden beschikkingen. In zijn bezwaarschrift tegen de WOZ-beschikking 2017 heeft belanghebbende onder verwijzing naar recente jurisprudentie tevens verzocht om ambtshalve vermindering van de WOZ-beschikkingen voor de vijf eerdere jaren. De Heffingsambtenaar heeft dit afgewezen. Belanghebbende heeft in rechte verzocht om vergoeding van belastingschade als gevolg van de te hoge waardevaststellingen. Het Hof heeft geoordeeld dat de WOZ-beschikkingen 2014 t/m 2016 onherroepelijk vaststaan en niet onrechtmatig zijn, zodat geen recht bestaat op schadevergoeding. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.