Einde inhoudsopgave
Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor de periode 2014–2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, en betreffende de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn
Artikel 1 Middelen van het elfde EOF
Geldend
Geldend vanaf 03-03-2015
- Bronpublicatie:
02-03-2015, PbEU 2015, L 58 (uitgifte: 03-03-2015, regelingnummer: 2015/334)
- Inwerkingtreding
03-03-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-03-2015, PbEU 2015, L 58 (uitgifte: 03-03-2015, regelingnummer: 2015/334)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
EU-recht / Financiering
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten stellen een elfde Europees Ontwikkelingsfonds in, hierna ‘het elfde EOF’ genoemd.
2.
Het elfde EOF is als volgt samengesteld:
- a.
Een bedrag van 30.506 miljoen EUR (in lopende prijzen), waaraan de lidstaten als volgt bijdragen:
Lidstaat
Verdeelsleutel (%)
Bijdrage in EUR
België
3,24927
991.222.306
Bulgarije
0,21853
66.664.762
Tsjechië
0,79745
243.270.097
Denemarken
1,98045
604.156.077
Duitsland
20,5798
6.278.073.788
Estland
0,08635
26.341.931
Ierland
0,94006
286.774.704
Griekenland
1,50735
459.832.191
Spanje
7,93248
2.419.882.349
Frankrijk
17,81269
5.433.939.212
Kroatië
0,22518
68.693.411
Italië
12,53009
3.822.429.255
Cyprus
0,11162
34.050.797
Letland
0,11612
35.423.567
Litouwen
0,18077
55.145.696
Luxemburg
0,25509
77.817.755
Hongarije
0,61456
187.477.674
Malta
0,03801
11.595.331
Nederland
4,77678
1.457.204.507
Oostenrijk
2,39757
731.402.704
Polen
2,00734
612.359.140
Portugal
1,19679
365.092.757
Roemenië
0,71815
219.078.839
Slovenië
0,22452
68.492.071
Slowakije
0,37616
114.751.370
Finland
1,50909
460.362.995
Zweden
2,93911
896.604.897
Verenigd Koninkrijk
14,67862
4.477.859.817
TOTAAL
100,00000
30.506.000.000
Dit bedrag van 30.506 miljoen EUR is beschikbaar vanaf het moment van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader voor en wordt als volgt verdeeld:
- i.
29.089 miljoen EUR wordt toegekend aan de ACS-landen;
- ii.
364,5 miljoen EUR wordt toegekend aan de LGO;
- iii.
1.052,5 miljoen EUR voor de Commissie voor de in artikel 6 bedoelde ondersteunende uitgaven in verband met de programmering en uitvoering van het elfde EOF, waarvan ten minste 76,3 EUR wordt toegekend aan de Commissie voor maatregelen ter verbetering van het effect van EOF-programma's als bedoeld in artikel 6, lid 3.
- b.
Met uitzondering van de leningen voor de financiering van rentesubsidies vallen de middelen waarnaar wordt verwezen in de bijlagen I en I ter bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en in de bijlagen II A en A bis van het LGO-besluit, en die zijn toegewezen in het kader van het negende en tiende EOF ter financiering van de middelen van de investeringsfaciliteit, niet onder Besluit 2005/446/EG1) en bijlage I ter, punt 5, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst tot vaststelling van de data waarna de middelen van het negende en tiende EOF niet langer mogen worden vastgelegd. Deze middelen worden overgedragen naar het elfde EOF en worden beheerd overeenkomstig de uitvoeringsregeling voor het elfde EOF, wat betreft de middelen bedoeld in de bijlagen I en I bis bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, vanaf de datum van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader voor de periode 2014–2020 met betrekking tot de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en, wat betreft de middelen bedoeld in de bijlagen II A en II A bis bij het LGO-besluit, vanaf de datum van inwerkingtreding van de besluiten van de Raad inzake de financiële bijstand aan de LGO voor de periode 2014-2020.
3.
Na 31 december 2013, of na de datum van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, indien deze datum later valt, worden de resterende middelen uit hoofde van het tiende EOF of uit eerdere EOF's niet langer vastgelegd, tenzij de Raad op voorstel van de Commissie en met eenparigheid van stemmen anders besluit, met uitzondering van saldi en middelen die na de relevante datum zijn vrijgemaakt uit hoofde van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwgrondstoffen (STABEX) in het kader van EOF's voorafgaand aan het negende EOF, en met uitzondering van de in lid 2, onder b), bedoelde middelen.
4.
Middelen voor projecten in het kader van het tiende EOF of voorgaande EOF's die worden vrijgemaakt na 31 december 2013 of na de datum van inwerkingtreding van het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020, indien deze datum later valt, worden niet langer vastgelegd, tenzij de Raad op voorstel van de Commissie en met eenparigheid van stemmen anders besluit, met uitzondering van de middelen die na de relevante datum zijn vrijgemaakt uit hoofde van het stelsel voor de stabilisatie van de exportopbrengsten van landbouwgrondstoffen (STABEX) in het kader van EOF's voorafgaand aan het negende EOF, die automatisch worden overgedragen naar de respectieve nationale indicatieve programma's, bedoeld in artikel 2, onder a), i), en artikel 3, lid 1, en van de middelen ter financiering van de middelen van de investeringsfaciliteiten, bedoeld in lid 2, onder b), van dit artikel.
5.
Het totaalbedrag voor het elfde EOF is bestemd voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020. De middelen van het elfde EOF en, in het geval van de investeringsfaciliteit, de middelen afkomstig van gelden die terugvloeien, worden na 31 december 2020 niet verder vastgelegd, tenzij de Raad op voorstel van de Commissie en met eenparigheid van stemmen anders besluit. De middelen die door de lidstaten in het kader van het negende en het tiende EOF zijn geplaatst ter financiering van de investeringsfaciliteit, blijven echter na 31 december 2020 beschikbaar voor uitbetaling tot de datum die in het financieel reglement als bedoeld in artikel 10, lid 2, wordt vastgesteld.
6.
De rentebaten uit verrichtingen die zijn gefinancierd met vastleggingen in vroegere EOF's en van middelen van het elfde EOF die door de Commissie worden beheerd, worden gecrediteerd op een of verschillende ten name van de Commissie geopende rekeningen en aangewend overeenkomstig de bepalingen van artikel 6. In het kader van het in artikel 10, lid 2, bedoelde financieel reglement wordt bepaald hoe de rentebaten uit de door de EIB beheerde middelen zullen worden gebruikt.
7.
In geval van toetreding van een staat tot de Unie wordt de in lid 2, onder a), bedoelde verdeelsleutel gewijzigd bij een door de Raad op basis van een voorstel van de Commissie en met eenparigheid van stemmen genomen besluit.
8.
De financiële middelen kunnen voorts worden aangepast bij een door de Raad met eenparigheid van stemmen genomen besluit, met name overeenkomstig artikel 62, lid 2, van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst.
9.
Iedere lidstaat kan, onverminderd de besluitvormingsvoorschriften en -procedures van artikel 8, vrijwillige bijdragen ter beschikking van de Commissie of de EIB stellen ter ondersteuning van de doelstellingen van de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst. De lidstaten mogen ook projecten of programma's medefinancieren, bijvoorbeeld in het kader van specifieke initiatieven die door de Commissie of de EIB worden beheerd. De eigen verantwoordelijkheid voor dergelijke initiatieven van de ACS-staten op nationaal niveau wordt gegarandeerd.
De uitvoeringsverordening en het financieel reglement bedoeld in artikel 10 bevatten de nodige bepalingen voor medefinanciering door het elfde EOF en voor medefinancieringsactiviteiten die door de lidstaten worden uitgevoerd. De lidstaten stellen de Raad vooraf in kennis van hun vrijwillige bijdragen.
10.
De Unie en haar lidstaten voeren een prestatie-evaluatie uit, waarbij wordt nagegaan in welke mate de vastleggingen en betalingen zijn gerealiseerd en wat het resultaat en het effect zijn van de steun. Deze evaluatie wordt verricht op basis van een voorstel van de Commissie.
Voetnoten
Besluit 2005/446/EG van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen op 30 mei 2005 tot vaststelling van de uiterste datum waarop betalingsverplichtingen uit hoofde van het negende Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) kunnen worden aangegaan (PbEU L 156 van 18 juni 2005, blz. 19).