Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie
Artikel 33 Toetreding tot het Verdrag
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
27-01-1999, Trb. 2000, 130 (uitgifte: 30-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2002, Trb. 2002, 109 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Na de inwerkingtreding van dit Verdrag, kan het Comité van Ministers van de Raad van Europa, na raadpleging van de Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag, de Europese Gemeenschap alsmede iedere Staat die geen lid is van de Raad en niet heeft deelgenomen aan het opstellen ervan uitnodigen tot dit Verdrag toe te treden bij een beslissing welke overeenkomstig artikel 20, onderdeel d, van het Statuut van de Raad van Europa met meerderheid van stemmen is genomen, en met eenstemmigheid van de vertegenwoordigers van de Verdragsluitende Partijen die recht hebben in het Comité zitting te nemen.
2.
Ten aanzien van de Europese Gemeenschap en ten aanzien van iedere toetredende Staat, treedt het Verdrag in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van drie maanden na de datum van nederlegging van de akte van toetreding bij de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa. De Europese Gemeenschap en iedere toetredende Staat worden op de datum waarop dit Verdrag ten aanzien van hen in werking treedt automatisch lid van de Groep van Staten tegen Corruptie (GRECO), indien zij daarvan op het tijdstip van de toetreding nog geen lid zijn.