NJ 2021/368
Post-Keskin. Afwijzing getuigenverzoeken niet zonder meer begrijpelijk. Het belang bij het horen van getuigen had moeten worden verondersteld. Onvoldoende gebleken dat hof is nagegaan of procedure in haar geheel voldoet aan art. 6 EVRM.
HR 12-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1418, m.nt. N. Jörg
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/03679
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
N. Jörg
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS502145:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1418, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:773, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑08‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Post-Keskin. De afwijzing van de (voorwaardelijke) verzoeken tot het horen van twee minderjarige getuigen die in het vooronderzoek belastende verklaring hebben afgelegd en die de verdediging nog niet heeft kunnen ondervragen, is niet zonder meer begrijpelijk. Het belang bij het horen van de getuigen had moeten worden verondersteld. Het hof heeft er onvoldoende blijk van gegeven te hebben nagegaan of de procedure in haar geheel voldoet aan art. 6 EVRM.
Samenvatting
Het hof heeft het bij pleidooi gedaan voorwaardelijk verzoek tot het horen van twee kinderen die de verdediging niet heeft kunnen ondervragen onder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.